Uit de reacties op de blog van vorige week zou je kunnen opmaken dat Taalpraatlezers grofweg zijn in te delen in twee categorieën: preciezen en rekkelijken. Waarschijnlijk weet je zelf heel goed in welke categorie je valt, maar ik wil je toch graag een paar zinnen voorleggen om te zien hoe ver jouw precisie of rekkelijkheid reikt. Tijd voor een testje.
categorie-archief: taalverandering
Die of dat? Het is me wat
Een paar weken geleden stuurde Taalpraatlezer Ineke dit bericht: “De laatste tijd valt me steeds vaker op dat die (en deze, hem enz.) wordt gebruikt om te verwijzen naar een het-woord, bijv. het meisje die, het kind die enz. Mijn studerende dochters hebben hier helaas een handje van, maar bijvoorbeeld op het NOS Journaal hoor ik het soms ook. Is dit een trend die jij herkent?” Het is moeilijk om te bepalen of het een trend is, maar dat die geregeld wordt gebruikt waar dat had moeten staan, is wel duidelijk.
Kwijtraken
Soms nemen woorden een bijzondere afslag. Neem kwijtraken. Maandag 7 oktober stond op nos.nl een bericht naar aanleiding van het overlijden van het 18-jarige Zwitserse talent Muriel Furrer tijdens het WK wielrennen voor junioren. “Volgens de Zwitserse krant Blick lag Furrer anderhalf uur lang onopgemerkt langs het parcours en kreeg ze pas medische hulp na de koers. Ze overleed een dag later aan haar verwondingen.” Mathieu Heijboer van de Nederlandse wielerploeg Visma-Lease a Bike zei hierover: “Het is volstrekt onaanvaardbaar dat mensen kwijtraken in een koers.” Vind jij dit ook een vreemde zin?