Ontbeten, de krant gelezen en mijn dagelijkse Duolingo-sessie ook al achter de rug. Ik kan het niet langer uitstellen: het is tijd om naar mijn werk te gaan. Als ik dat tegen iemand van rond mijn eigen leeftijd zeg, is er niets aan de hand. Allemaal herkenbaar (ook de papieren krant). Maar voor jongere mensen, en dan bedoel ik mensen van rond de 30 of jonger, is er iets mis met dat tweede zinnetje.
categorie-archief: gastcolumns
Tien jaar Taalpraat
Gastcolumn: Keptsodruk
< Hoegaatut?
> Keptsodruk.
< Moejeniejuswamindurwerkudan?
> Dakanegnie.
< Wromnie?
> Keputurmemubaasovurguhat, maartisgwoondruknuuoputwerk.
< Dasbaaludan.
Op het eerste gezicht lijkt dit misschien een rare dialoog, maar als je de zinnen hardop uitspreekt, begrijp je wel wat er gezegd wordt. (Is het niet gelukt om dat te ontcijferen? De oplossing vindt u onder aan deze blog.) Moedertaalsprekers van het Nederlands begrijpen meestal prima wat er bedoeld wordt met een vraag als “Wromnie?”, maar voor anderstaligen zit dat heel anders.