< Hoegaatut?
> Keptsodruk.
< Moejeniejuswamindurwerkudan?
> Dakanegnie.
< Wromnie?
> Keputurmemubaasovurguhat, maartisgwoondruknuuoputwerk.
< Dasbaaludan.
Op het eerste gezicht lijkt dit misschien een rare dialoog, maar als je de zinnen hardop uitspreekt, begrijp je wel wat er gezegd wordt. (Is het niet gelukt om dat te ontcijferen? De oplossing vindt u onder aan deze blog.) Moedertaalsprekers van het Nederlands begrijpen meestal prima wat er bedoeld wordt met een vraag als “Wromnie?”, maar voor anderstaligen zit dat heel anders.