Vol trots presenteerde actrice Romana Vrede 30 december het Woord van het Jaar 2017: plofklas. En prompt was er kritiek, we leven immers in Nederland: “De keuze voor het relatief onbekende woord verbaast de organisatoren” (nos.nl). Wat was er gebeurd? De verkiezing was gekaapt door onderwijsmensen. Zij hadden ervoor gezorgd dat maar liefst 66% van de respondenten op plofklas hadden gestemd. Interessant om te zien hoe een saai woord kon winnen. Een woord met een moraal.
Saai
Plofklas past keurig in het rijtje nepnieuws, genderneutraal, weigeroma, toetsenbordterrorist, filterbubbel, aflosboete, gifei en brexitbuit, andere woorden die waren ‘genomineerd’ als Woord van het Jaar. Ze zeggen allemaal iets over ons politiek-maatschappelijk bestel, maar taalkundig zijn ze eigenlijk behoorlijk saai. Waarom? Omdat ze allemaal zijn samengesteld uit twee bekende, bestaande onderdelen. Je plakt ze aan elkaar en hoppa: je hebt een nieuw woord. Niks bijzonders. Echt bijzonder is het pas als er een heel nieuw woord wordt gemaakt. Een woord zoals swaffelen, het Woord van het Jaar in 2008.
Hoge score
“Het komt zelden voor dat een Woord van het Jaar met dergelijke cijfers wint”, stond er 30 december op nos.nl over de verkiezing van plofklas. Het interessante is dat swaffelen in 2008 een vergelijkbaar hoge score had, met 57% van de stemmen. Hoe kon dat? Veel mensen kenden swaffelen niet eens toen het werd verkozen. Maar in 2008 gebeurde in feite hetzelfde als in 2017: ook die verkiezing was gekaapt. Een paar weken geleden waren onderwijsmensen de grote stemmenmotor, negen jaar geleden was dat weblog GeenStijl.
De moraal
Wat leert dit ons? Volgens mij twee dingen. Allereerst laat het zien dat dit soort verkiezingen nep is. Het zijn marketingstunts met onbetrouwbare procedures en ondoorzichtige resultaten. Al die verkiezingen en panels. Wat heb je eraan? Toch werken ze. Media-aandacht is immers gegarandeerd, en daar gaat het om. Ten tweede laten de twee voorbeelden hierboven zien, dat wij met allen meer macht hebben dan we denken. Als je, voor welke zaak dan ook, maar voldoende mensen weet te mobiliseren en slim gebruikmaakt van (sociale) media, dan kun je echt wel aandacht krijgen en dingen in beweging zetten. Dat zouden we vaker moeten doen!
Volledig mee eens, Marcel.
Misschien een ‘saai’ woord, maar wel veelzeggend. Overigens is dit fenomeen niet van deze tijd. Ik heb op de lagere school een jaar lang in een combi-klas (2e/3e) gezeten met 48 leerlingen – en dat ging prima!
Pingback: Spektakelzege | Taalpraat