Lekker bekken

“Politiek worstelt met steun voor gebruikers blokverwarming” staat zaterdag 15 oktober boven een artikel op nos.nl. Interessant onderwerp, maar in Taalpraat gaat het uiteraard over de taal. En dan bedoel ik niet de kop, maar een zin in het artikel. Het is een zin die je strikt genomen op twee manieren kunt lezen, die je toch maar op één manier begrijpt en die naar mijn oordeel wel wat soepeler had gekund.

De zin
Het gaat om de eerste zin van deze alinea:

Het probleem speelt onder meer in de Rotterdamse wijk Oud-Charlois, waar een woongemeenschap met kunstenaars en zzp’ers in de culturele sector zit. Zij betalen nu ongeveer 35 euro per huishouden aan energiekosten, dat wordt straks gemiddeld 200 euro.

En om precies te zijn, gaat het om “in de culturele sector”. De technische vraag is: waar hoort dit bij? Hoort het bij kunstenaars en zzp’ers of bij zit (“waar [een gemeenschap met kunstenaars en zzp’ers] [in de culturele sector] [zit]”)?

Zinsontleding
De zin viel mij op omdat hij niet lekker bekt. Ik moest ‘m in ieder geval twee keer lezen omdat ik werd verward door zit aan het einde van de zin. Daardoor dacht mijn grammaticale brein even dat in de culturele sector een bepaling bij zit was. Maar dat is natuurlijk niet zo. En ik zeg ‘natuurlijk’, omdat mijn logisch denkende brein me vertelt dat niet “een gemeenschap met kunstenaars en zzp’ers” in de culturele sector zit, dat wil zeggen niet “een gemeenschap”, maar “de kunstenaars en zzp’ers” in die gemeenschap. Denk nog maar eens terug aan de lessen zinsontleding op de middelbare school en je weet wel wat ik bedoel. In die lessen leerde je wat bij wat hoort in ‘gelaagde’ zinnen en dat speelt hier ook een rol.

Schrijfbrein
Mijn logisch denkende brein vertelde mij dat de zin technisch gezien wel klopt, maar door de verwarring in mijn hoofd ging meteen mijn schrijfbrein aan het werk. Hoe had de schrijver van het artikel kunnen voorkomen dat er bij mij – en misschien ook bij jou – bij het lezen van de zin een hapering in het leesproces ontstaat? Nou, volgens mij is de oplossing heel simpel: herformuleren die hap. Bijvoorbeeld:

Het probleem speelt onder meer in de Rotterdamse wijk Oud-Charlois, waar inwoners van een woongemeenschap met kunstenaars en zzp’ers in de culturele sector nu ongeveer 35 euro per huishouden aan energiekosten betalen. Dat wordt straks gemiddeld 200 euro.

Uiteraard zijn er nog tig andere mogelijkheden, maar het gaat mij om het principe ‘laat een zin altijd lekker bekken’. Als ik in mijn eigen schrijfsels en vertalingen haperende zinnen heb, dan herschrijf ik ze altijd. Dat had hier ook moeten gebeuren.

Ben je het met me eens dat mijn alternatief makkelijker leest dan het origineel?

2 reacties op Lekker bekken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *