Sommige woorden kunnen je op het verkeerde been zetten. Dat had ik vorige week toen ik op tv het dramatische verhaal van een afstandsmoeder hoorde. Mijn eerste associatie bij het woord afstandsmoeder was met afstandsbediening en afstandsonderwijs, dus ik dacht dat het om moeders ‘op afstand’ ging. Maar dat is helemaal fout. Ik had de context van het woord nodig om te beseffen wat het betekent.
Afstandsbediening
Als je in de papieren Dikke Van Dale kijkt, zie je een hele trits aan trefwoorden die beginnen met afstand(s)-, een lijst die zeker niet compleet is. Afstandsonderwijs en afstandsleren staan er bijvoorbeeld niet bij, ook al staat afstandsonderwijs wel in de digitale Van Dale. Als je de woorden in het woordenboek goed bekijkt, zie je dat afstand(s)- in de verschillende samenstellingen een andere ‘reikwijdte’ heeft, om in de wereld van ‘afstand’ te blijven. Ik probeer een aantal woorden te groeperen. Eerst een paar voorbeelden van woorden waarin de betekenis van het eerste deel ‘op afstand’ is:
afstandsbril – om op afstand te lezen
afstandhouder – om iets op afstand te houden
afstandsbediening – om een apparaat op afstand te bedienen
Afstandsloop
Bij de tweede groep heeft afstands- de betekenis ‘over een (grote) afstand’). Ook hiervan weer een paar voorbeelden:
afstandslevering – levering over een grote afstand
afstandsloop – hardloopwedstrijd over een grote afstand
afstandsschot – schot waarbij een bal een betrekkelijk grote afstand aflegt
Afstandsmaat
Bij de derde groep is de betekenis van afstand(s)- ‘van of met afstanden’:
afstandsmaat – lengte-eenheid waarin afstanden worden uitgedrukt
afstandsmeter – instrument voor het bepalen van een afstand
afstandstabel – tabel waarop je afstanden kunt aflezen
Afstandsmoeder
En tot slot de categorie woorden waarvan de betekenis van afstands- volledig afwijkt van de vorige drie. Hier gaat het niet om afstand in de ruimte, maar om ‘afstand doen van iets of iemand’:
afstandskind – kind dat door de moeder (of ouders) wordt afgestaan
afstandsdier – dier dat men afstaat aan een asiel
afstandsmoeder – moeder die afstand doet van haar kind
afstandsverklaring – verklaring waarin men afstand doet van een recht
Dit is dus de betekenis waarover ik twee keer moest nadenken. Als ik afstandsverklaring had gehoord, was het trouwens meteen duidelijk geweest, maar bij afstandsmoeder dacht ik in eerste instantie aan een moeder ‘op afstand’. Dat is misschien ook een beetje waar, maar dat is zeker niet de kernbetekenis.
Twee dingen
Er zijn twee dingen die mij opvallen. Ten eerste: de dominante betekenis van afstand(s)- in samenstellingen is die van ‘afstand in de ruimte’. Als je een onbekend woord hoort (en dat was afstandsmoeder voor mij), ga je uit van wat je al weet. Ik ging uit van ‘op afstand’ en zo ontstond er heel even verwarring in mijn hoofd. Zo werkt dat bijvoorbeeld ook in de hoofden van taalleerders als ze woorden met nieuwe betekenissen tegenkomen.
Ten tweede: ik vind het boeiend om te zien dat samenstellingen als die met afstand(s)- in betekenis te groeperen zijn en het is jammer dat je zo’n indeling niet terugvindt in het woordenboek. Het gebruik van afstands- is immers niet beperkt tot de woorden die er nu staan, zoals blijkt uit afstandsonderwijs en afstandsleren. Weet je wat ik nou mooi zou vinden? Als aan dit soort betekenisonderzoek in de lessen Nederlands op school aandacht zou worden besteed: lekker wat puzzelen met taal om zo het taalbewustzijn te vergroten.
En dan hebben we ook nog afstaan en afstaand.
En.. hoe zit het dan met deze betekenis?
Citaat:
In het plaatselijke sufferdje werd het volgende vermeld:
“Mijn buurvrouw is met afstand verkozen tot nieuwe voorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging.”
Is hiermee een nieuwe ‘afstands’categorie geboren?
Albertien Helmus
Ps: de bron van het citaat is pure fantasie.
En dan deze nog, in de categorie “salsasaus”: “Remote Support op afstand”.
Ik kwam deze gisteren tegen op de website van een opdrachtgever. Op Google zie ik dat dit type ondersteuning wel door meer bedrijven zo wordt aangeduid.