Verwarrende tijden

Afgelopen zaterdag stond op nos.nl een verslag van het jaarcongres van Forum van Democratie. Het is een verwarrend stuk, vanuit het oogpunt van de gebruikte taal dan. Misschien ook een slordig geschreven stuk. En dan heb ik het over de manier waarop tegenwoordige en verleden tijd door elkaar lopen.

Verleden tijd
Het verslag begint als volgt:

“Jullie moeten meer betalen voor defensie”, zei Pete Hoekstra, de Amerikaanse ambassadeur in Nederland op het congres van Forum voor Democratie in Barneveld. Hij herhaalde als gastspreker op het congres dat Nederland twee procent van zijn bruto nationaal product aan defensie moet uitgeven, in overeenstemming met de NAVO-norm. “Wij gaan voor de twee procent”, reageerde partijleider Thierry Baudet.

Op het moment van schrijven was het congres afgerond. Het vond in het verleden plaats en het is dan ook logisch dat de werkwoorden in de verleden tijd staan: zei, herhaalde en reageerde. De stukjes in de directe rede staan uiteraard in de tegenwoordige tijd (moeten en gaan). Het zijn immers de letterlijk uitgesproken woorden van Hoekstra en Baudet. Moet in de tweede zin is een ander geval en laat ik even buiten beschouwing.

Tegenwoordige tijd
Als u de tweede alinea leest, ziet u wat ik bedoel met verwarrende tijden:

De ambassadeur is een van de opvallende sprekers op de ledenvergadering van FvD, die met meer dan 2000 bezoekers druk bezocht is. Hoekstra begon zijn speech met de vraag waarom hij naar het partijcongres van Forum is gekomen. “Simpel, jullie hebben me uitgenodigd. Ik besloot te komen.” Dat doet Hoekstra, omdat hij zo veel mogelijk over Nederland wil leren, zegt hij. “En ik deel de visie van Amerika waar ik kan.”

In de eerste zin een tegenwoordige tijd: is. In de tweede zin verleden tijd: begon. En in de voorlaatste zin weer tegenwoordige tijd: zegt.

Schakelen tussen tijden
Heel veel begripsmoeilijkheden levert het schakelen tussen de tijden niet op, want de context maakt wel duidelijk wanneer wat plaatsvindt. En vaak is het ook gewoon logisch dat soms de verleden tijd en andere keren de tegenwoordige tijd wordt gebruikt. Kijk maar eens naar dit fragment uit dezelfde pagina op nos.nl:

FvD-Europarlementariër Rob Roos sprak zich onomwonden uit voor een vertrek van Nederland uit de Europese Unie. “Ik ben ervan overtuigd dat Nederland beter af is als we het contract met de EU verbreken.” Roos denkt dat de Britse economie over vijf jaar beter draait dan die van de EU.

Eerst een verleden tijd (sprak) omdat het spreken ook in het verleden plaatsvond. In de laatste zin een tegenwoordige tijd (denkt), omdat dit een algemeen standpunt van Roos is. Het heeft algemene waarde en is niet aan tijd gebonden.

Zwabberende tijden
Waarom staat er de ene keer zei bij een directe rede en de andere keer zegt? Waarom wordt de ene keer in de verleden tijd naar een spreker verwezen (“FvD-Europarlementariër Rob Roos sprak zich onomwonden uit voor een vertrek van Nederland uit de Europese Unie.”) en de andere keer in een tegenwoordige tijd (“Andere sprekers op het congres zijn de ‘blokkeerfriezin’ Jenny Douwes, oud-politieman Klaas Wilting en partijleider Baudet.”)? Het is niet fijn als een schrijver zo zwabbert. Misschien is de gedachte dat de tegenwoordige tijd de inhoud spannender maakt, maar wees dan in ieder geval consistent. Functieloos zwabberen tussen verleden en tegenwoordige tijd is slordig. Ja, wij Nederlanders doen dat vaker, maar dat betekent nog niet dat het lekker leest.

reactie op Verwarrende tijden

  1. Van den Bosch zegt

    Wel interessant om eens een commentaar te lezen over het hoe, wat en wanneer van het gebruik van de tegenwoordige en de verlegden tijd.
    Zelf heb ik er eerlijk gezegd ook wel eens moeite mee, vooral als ik er over na ga denken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *