Moet kunnen

In Studio Sport zondagavond een samenvatting van de voetbalwedstrijd SC Heerenveen-FC Emmen. Heerenveen had tot zondag nog geen enkele thuiswedstrijd gewonnen, maar volgens verslaggever Tom Egbers waren er gisteren kansen voor de Friese club om de eerste thuiszege binnen te slepen. “Het zou moeten kunnen”, zei hij. Ik moest aan mijn colleges contrastieve grammatica op de universiteit denken. Heel lang geleden.

Zou moeten kunnen
In de colleges contrastieve grammatica Engels/Nederlands van mijn docenten Herman Wekker en Flor Arts ging het ooit over dit onderwerp en de vraag die aan ons studenten werd voorgelegd, was hoeveel van zulke werkwoordsvormen je in onze taal achter elkaar kunt zetten. Volgens mij kwamen we tot vijf of zes, maar ik weet echt niet meer wat het voorbeeld was. Ik weet overigens ook niet meer of het toen om hulpwerkwoorden ging of alle soorten werkwoorden achter elkaar. Het was dan ook zo’n 35 jaar geleden.

Van drie naar vijf
Tom Egbers gebruikte in zijn citaat drie werkwoordsvormen achter elkaar: zou moeten kunnen. Hij had in zijn vooraankondiging ook kunnen zeggen dat Heerenveen “zou moeten kunnen winnen”. Dan hadden we er al vier gehad. Maar ja. de wedstrijd tegen Emmen eindigde, ondanks voldoende kansen op een overwinning, in een gelijkspel: 1-1. Daarom had Egbers na afloop kunnen zeggen dat Heerenveen “zou hebben moeten kunnen winnen”. Dat zijn er al vijf.

Toen ik het onderwerp met mijn huisgenoot en mede-Taalprater besprak, gaf ze spontaan dit voorbeeld: “Ik zou hem daar weleens willen hebben zien staan kijken.” Dat zijn er zes, maar het is helaas niet helemaal volgens de regels van het spel. Er staan namelijk nog enkele andere woorden tussen zou en de rest van de reeks. Daarmee blijft de teller op vijf staan.

Nog meer
Tijd voor een zoektocht op internet en die leverde dit citaat uit nrc.nl op (13 juni 2015):

Leerling beklaagt zich bij zijn bankgenoot dat die hem niet is blijven helpen na een waarschuwing tijdens een proefwerk, en krijgt dan te horen: „Ik zou jou wel eens hebben willen zien durven blijven zitten praten.

In deze zin staan maar liefst acht werkwoordsvormen, maar net als in het vorige voorbeeld staat er iets tussen zou en de andere werkwoordsvormen. Dat telt dus niet, maar ondanks dat komen we hiermee al op zeven!

U bent aan zet
Volgens mij kunnen het er nog meer zijn, maar ik heb even niets paraat. Daarom mijn vraag aan u, trouwe Taalpraatlezer: kunt u betekenisvolle werkwoordconstructies bedenken met meer dan zeven werkwoordsvormen achter elkaar? Zo ja, noteert u ze in het reactieveld hieronder en eeuwige roem valt u ten deel.

4 reacties op Moet kunnen

  1. Tony Parr zegt

    Wellicht een bekend voorbeeld uit het Engels:

    “When the teacher marked the essays, she found that Amelia, where Evelyn had had had, had had had had.”

    De aanhalingstekens heb ik uit pure wreedheid weggelaten.

  2. JSD van den Bosch zegt

    Ik vond contrastieve grammatica een heel leuk vak, maar helaas is er weinig van blijven hangen. Bovendien had het in mijn geval niets met werkwoorden te maken.
    Maar ik vind het echt iets wat tot nadenken stemt. oe ver kun je gaan zonder het Nederlands aan te tasten. En,..begrijpt een vreemdeling die heus goed Nederlands heeft geleerd, ons dan nog wel?

  3. Friso Klinkhamer zegt

    Niet van mijzelf, maar volgen mij ooit in een NRC column gelezen.
    De leraar plaatst de constructie “hebben willen zien durven blijven zitten praten” in de context van een jongen die tijdens een les een andere leerling probeert te helpen. Daarop reageert een van zijn leerlingen met: “Meester, ik zou in plaats van hebben willen zien durven blijven zitten praten hebben willen zeggen hebben willen zien durven blijven zitten helpen”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *