Aanzetten, inzetten, opzetten, aanbellen, inbellen en opbellen. Het zijn voorbeelden van scheidbare werkwoorden. Het Nederlands kent heel veel van dit soort woorden. Wat mij bij de revisie van mijn eigen vertaalwerk opvalt, is dat ik ze in eerste instantie vaak splits en bij de revisie juist weer samenvoeg. Bijvoorbeeld in heb gezet wordt heb ingezet en aan heb gebeld wordt heb aangebeld. Hoe komt dat? Is de ene vorm dan fout en de andere niet?