“Aan het einde van de basisschool hebben leerlingen gemiddeld een woordenschat van 27.000 woorden, terwijl een volwassene gemiddeld een passieve woordenschat heeft van 42.000 woorden.” Dat lees ik op bladzijde 60 van de prachtige Atlas van de Nederlandse Taal. Met die 42.000 woorden kom je een heel eind in het leven, maar zodra het een beetje technisch wordt, ben je gezien.