Afgelopen zaterdag hoorden we in EenVandaag iemand een paar keer de (Engelse) pond in plaats van het pond zeggen. Soms kun je zowel de als het gebruiken, zoals de matras en het matras. Maar verder? Moedertaalsprekers Nederlands hebben bijna nooit problemen met het grammaticaal geslacht van zelfstandig naamwoorden. Toch gaat het op een of andere manier wel geregeld mis. Nou ja, mis?