categorie-archief: taalefficiëntie

Het A-woord

Volgt u de tv-serie Het A-Woord? Ik niet. Maar toen ik de zoveelste aankondiging zag, vroeg ik me wel af wat het A-woord eigenlijk is. Atoomenergie? Aardgas? Aambeien? Je weet pas waar de A in dit geval voor staat als je de beschrijving van het tv-programma leest. Of als je de serie volgt natuurlijk. “Deze dramaserie vertelt het verhaal van een gezin waarbinnen het jongste kind autisme heeft.”

lees verder

Kanariepietje

“Brabant is het kanariepietje van Nederland.” Het is een opmerking van Bart Berden, bestuursvoorzitter van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg in een interview in de Volkskrant. Hoezo kanariepietje? Zou iedereen de vergelijking snappen? Het is een mooi voorbeeld van een mogelijk afhaakmoment voor de lezer.

lees verder

Van coronavirus naar corona

“Voor 80-plussers met corona is de ic eigenlijk al geen optie meer”. Deze kop stond 29 maart boven een stuk op de website van de Volkskrant. Twee dingen vallen hierbij op, beide eerder opgemerkt in reacties op het Taalpraatblog van twee weken geleden (Coronataal): er staat corona in plaats van het coronavirus en eigenlijk zou het niet corona (het virus) maar COVID-19 (de ziekte) moeten zijn. Voor Taalpraat is de volgende vraag interessant: waar komt die korte vorm vandaan?

lees verder