Een van de grondregels van goed schrijven is dat je rekening houdt met de kennis van je lezers. Doe je dat niet, dan loop je het gevaar over hun hoofden heen te schieten waardoor ze kunnen afhaken. Dat wil je natuurlijk niet. In de Volkskrant van 15 maart las ik een artikel waarin de schrijver zich heel bewust is van deze zogeheten curse of knowledge, gewoonlijk vertaald als ‘vloek van kennis’.
Breimachines en AI
Het artikel is van Ernst Arbouw en heeft als titel ‘Kapotslaan, die krengen’. Onder de titel staat:
Angst voor nieuwe technieken, zoals nu voor AI, is zo oud als de breimachine. Kort en klein slaan, die fabrieksapparatuur, vonden de ‘luddites’ in 1779 – en ze hadden een punt.
Vanaf het begin is duidelijk wat je als lezer kunt verwachten: een vergelijking tussen een situatie in de 18e eeuw en een ontwikkeling nu. Vervolgens geeft Arbouw een beschrijving van de gevolgen van de mechanisatie in Engeland in de 18e eeuw en de reactie die daarop kwam van geschoolde kousenmakers, die werden vervangen door ongeschoolde krachten die de machines bedienden. De opstandelingen werden luddites genoemd. Arbouw legt uit:
Het was een van de eerste acties van een militante arbeidersbeweging die bekend kwam te staan als de zogeheten ‘luddites’ (uitgesproken op z’n Engels), een naam die is afgeleid van de vermoedelijke fictieve leider van de beweging, ene Ned Ludd.
Helder, ook al zit er toch een beetje curse of knowledge in. Arbouw gaat er namelijk van uit dat iedereen weet hoe je luddites in het Engels uitspreekt. Maar dat terzijde. Arbouw gaat verder en beschrijft het verband tussen de oorspronkelijke luddites en de luddites van nu:
Tegenwoordig is de term ‘luddite’ vooral in de Engelstalige wereld in gebruik als aanduiding voor wat je het best ‘techfoob’ zou kunnen noemen. Nog nooit ChatGPT gebruikt: luddite. Geen Facebook: luddite. Afkeer van e-readers, smartwatches en videobellen: absoluut een luddite.
Meer Engels
Allemaal prima. Maar wat mij aanzette tot deze blog was het volgende fragment:
De opstand van de kousenmakers en textielwerkers was geen verzet tegen technologie of vooruitgang an sich. De arbeiders vreesden voor hun bestaan en machinerie was een eenvoudig doelwit voor wat de Britse historicus (en hardnekkige marxist) Eric Hobsbawm omschreef als ‘collective bargaining by riot’. De dreiging van vernielingen, sabotage en geweld (riots) zou fabriekseigenaren hebben gedwongen te onderhandelen (bargaining) over arbeidsomstandigheden.
Goed uitgelegd, of niet? Ernst Arbouw leert mij iets wat ik niet wist (de verwijzing naar Eric Hobsbawm en het door hem geïntroduceerde Engelse begrip collective bargaining by riot) en legt stapsgewijs uit wat het begrip inhoudt. Nu spreek ik toevallig redelijk goed Engels en ik zou collective bargaining by riot ook wel zonder uitleg begrijpen, maar dat geldt natuurlijk niet voor elke Volkskrantlezer. Met de uitleg die er nu staat, is die mogelijke hobbel keurig gladgestreken.
Mooi voorbeeld van doordacht schrijven. Goed gedaan, Ernst Arbouw.
“Bang zijn om over de hoofden van de lezers heen te schieten”, dat is nou net een uitdrukking die ik als lezer van deze blog níet kende, Marcel. Maar de betekenis ervan werd me al lezende snel duidelijk. Weer wat geleerd op deze mooie lentedag.