Die of dat? Het is me wat

Een paar weken geleden stuurde Taalpraatlezer Ineke dit bericht: “De laatste tijd valt me steeds vaker op dat die (en deze, hem enz.) wordt gebruikt om te verwijzen naar een het-woord, bijv. het meisje die, het kind die enz. Mijn studerende dochters hebben hier helaas een handje van, maar bijvoorbeeld op het NOS Journaal hoor ik het soms ook. Is dit een trend die jij herkent?” Het is moeilijk om te bepalen of het een trend is, maar dat die geregeld wordt gebruikt waar dat had moeten staan, is wel duidelijk.

Het liedje die
Ineke stuurde ook een voorbeeld: “Bij De beste zangers hoorde ik gisteren ‘het liedje die ik heb uitgekozen’. Soms staan er een heleboel woorden tussen het zelfstandig naamwoord en het foute verwijswoord, en dan valt het minder op. Maar het kan dus gewoon ook meteen erachter. Tenenkrommend.”

Een voorbeeld van ‘een heleboel woorden tussen het zelfstandig naamwoord en het foute verwijswoord’ hoorde ik vrijdagavond 25 oktober in het weerbericht van Roosmarijn Knol tijdens het NOS Journaal om acht uur: “Er ligt wel een lagedrukgebied redelijk dicht bij ons in de buurt, boven Groot-Brittannië, en die blijft eigenlijk op dezelfde plek een beetje ronddraaien.”

Dit foutief die-gebruik gaat inderdaad helemaal tegen het taalgevoel in. Of laat ik het zo zeggen: het gaat in ieder geval tegen Ineke’s en mijn taalgevoel in, maar blijkbaar niet van degene die die en dat verwart.

Het toestel die
Misschien denk je dat dit soort verwarringen alleen in gesproken taal voorkomt, maar niets is minder waar. Ook in geschreven taal wordt die gebruikt waar dat had moeten staan. Zo las ik op 17 oktober in een bericht op nos.nl: “Volgens persbureau AP is de aanval van de VS ook te zien als een waarschuwing aan het adres van Iran, dat nauwe banden heeft met de Houthi’s; de B-2 is het enige toestel die de zogenoemde GBU-57-bom afwerpen.” Hoe komt een redacteur van de NOS erbij om het enige toestel die op te schrijven (en dan ook nog eens afwerpen in plaats van afwerpt)? Je snapt het niet.

Een paar opmerkingen
Wat kun je hier nu over zeggen? Het is moeilijk om een verklaring te vinden waarom bij het-woorden dat soms moet wijken voor die. De ene keer weet een spreker of schrijver misschien niet dat een het-woord een het-woord is. Voor Nederlandssprekenden voor wie Nederlands niet de eerste taal is, is het onderscheid tussen het- en de- woorden een hardnekkig probleem. Maar ja, in het geval van het voorbeeld van nos.nl gaat deze vlieger niet op: er staat het enige toestel die. Het lidwoord het staat er keurig bij.

Iets anders waar je rekening mee moeten houden, is dat je snel denkt een trend te zien. Het is net zoals wanneer je een nieuwe auto wilt kopen: staat bijvoorbeeld een elektrische Volvo hoog op je verlanglijstje, dan zie je plotseling overal elektrische Volvo’s rijden. Misschien is het zo dat de betrekkelijke voornaamwoorden die en dat al langer worden verward, maar valt het pas op sinds iemand je erop heeft gewezen of sinds je jezelf er een keer over hebt verbaasd. Alleen met grondig onderzoek kun je achterhalen of (a) dit een trend is en (b) welke mogelijke oorzaken erachter schuilgaan. Dat onderzoek heb ik, eerlijk gezegd, niet gedaan (en ook niet naar gezocht).

En tot slot: wat opvalt, is dat het om een eenzijdige verwarring lijkt te gaan. Heb jij voorbeelden gezien of gehoord waarin dat wordt gebruikt waar die correct was geweest? Ik niet, of liever: ik heb er niet eerder op gelet. Op basis hiervan neem ik een gok en leg ik de volgende spontane hypothese aan je voor: “De vervanging van het betrekkelijk voornaamwoord dat door die is een vorm van geleidelijke taalvereenvoudiging en efficiëntie. Een taalgebruiker die altijd het betrekkelijk voornaamwoord die kan gebruiken, hoeft geen moeite te doen om te bepalen of een zelfstandig naamwoord een de- of het-woord is.” De keuze voor die in plaats van dat (en niet andersom) is overigens ook een logische als je bedenkt dat slechts een kwart van alle zelfstandige naamwoorden onzijdig en dus een het-woord is. Kortom, als je twijfelt over die of dat na een zelfstandig naamwoord, dan is die de betere gok.

Hoe dan ook, denk er maar eens over na en laat maar weten hoe jij tegen deze taalontwikkeling aankijkt.

8 reacties op Die of dat? Het is me wat

  1. Jan de Vries zegt

    Ha Marcel!
    Je stipt een trend aan (ja, ik vind het echt wel een trend) die me al langere tijd opvalt. Ik woon in een Rotterdamse wijk waar de Nederlanse taal sterk wordt beïnvloed door nieuwe Nederlanders, die – misschien onbewust – vanwege de statistisch lagere kans op een misser vrijwel altijd voor ‘de’ en ‘die’ kiezen. Ik neem aan (niet onderzocht) dat dit doorwerkt in de ‘straattaal’ en, algemener, in de jongerentaal als geheel. Wanneer ik naar de talkshow van Eva Jinek kijk, kan ik in drie kwartier moeiteloos 50 gevalletjes turven. Nou komt dat misschien doordat zij lang in de VS heeft gewoond. dus in haar geval weet ik niet of zij ‘trendy’ of gewoon gebrekkig Nederlands spreekt… In algemene zin vind ik het zeker aannemelijk om dit fenomeen aan een streven naar meer efficiëntie toe te schrijven. De mopperaars onder ons noemen het misschien luiheid, maar daar hoor ik niet bij!

  2. Giuseppe Andrea Rinaldi zegt

    Als de en het werkelijke grammaticale gevolgen zouden hebben, zou het gebruik ervan minder verwarrend zijn. Ze voegen geen relevante informatie toe aan een woord of context, en verder oorzaken geen verandering in de grammatica eromheen, met de enkele uitzondering van enkelvoudige onbepaalde artikelen (een groot huis en dus niet een grote huis).

    De reden waarom ze niet waarschijnlijk eerder verdwenen zijn is dat het Nederlands een standaardtaal is en wordt dus “gevroren” in zijn gang. Naar mijn mening is het maar hoogtijd om dit los te laten. Taal ontwikkelt zich om efficiënt en representatief te zijn voor de mensen die hem daadwerkelijk spreken.

  3. Lucienne Heemskerk zegt

    Uiteraard ben ik het (als vertaler) helemaal met je eens. Ik wil wel nog een andere hypothese opwerpen, die vooral opgaat in het geval van ‘een heleboel woorden tussen het zelfstandig naamwoord en het foute verwijswoord’. Namelijk dat het woord ‘dat’ ook zelfstandig gebruikt kan worden en kan verwijzen naar een hele zin. In een zin die zo verloopt: “Er ligt wel een lagedrukgebied redelijk dicht bij ons in de buurt, boven Groot-Brittannië, en…” zou de zin ook zo verder kunnen gaan: “… en dat betekent dat wij hier in Nederland over een paar uur regen kunnen verwachten.” Sterker nog, je verwacht dat in dit geval eigenlijk, want dat het lagedrukgebied boven Engeland blijft ronddraaien, is voor ons land niet zo interessant! Je zou dus zelfs kunnen redeneren dat de weervrouw wel degelijk taalkundig slim bezig is, omdat zij rekening houdt met haar publiek en de toehoorder weer bij de les wil houden door het sterkere ‘die’ te gebruiken. Dan weet zij in ieder geval zeker dat de toehoorder begrijpt dat dit terugslaat op ‘lagedrukgebied’ – zelfs als zij zich ervan bewust is dat dit fout is. (Het is een hypothese hè.).

  4. George Coppens zegt

    Deze fout hoor en zie ik al vele jaren! Het is wat ik noem verfloddering van het taalgebruik.

  5. Sandra van de Ven zegt

    Overigens kan de fout op nos.nl ook een onzorgvuldige eindredactionele correctie betreffen. Ik kan me voorstellen dat er eerst heeft gestaan: ‘B-2’s zijn de enige toestellen die […] afwerpen’ en dat degene die heeft bedacht dat het mooier zou zijn om het onderwerp in enkelvoud te zetten, is vergeten de rest van de zin aan te passen.

  6. Frank Hagen zegt

    Weetje.
    Het voorbeeld van het frequenter waarnemen van de genoemde elektrische Volvo wordt het Baader-Meinhof-fenomeen genoemd.
    (frequentie-illusie)

  7. Ronald zegt

    Je ziet en hoort het inderdaad steeds vaker, maar ik denk dat het allang geen trend meer is, maar ‘taalverandering’ (je weet wel, dat fenomeen dat we niet mogen betreuren).
    ‘Die’ wordt dan simpelweg gebruikt als algemeen verwijswoord naar iets concreets (en ‘enkelvoudigs’). We hebben namelijk nog wel gewoon ‘Dat vind ik niet leuk’, waarbij ‘dat’ verwijst naar een situatie, of een complex van zaken.
    Je ziet het ook bij “Feyenoord, die afgelopen weekend weer heeft gewonnen …” en “Frankrijk, die troepen naar Mali heeft gestuurd …”
    Dit ook massaal bij hogeropgeleide, in Nederland geboren mensen (en Eva Jinek).
    Het gaat m.i. dus niet meer om verwarring tussen ‘de’ en ‘het’ – das war einmal, maar dat station zijn we inmiddels al gepasseerd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *