‘Men voetbalde veel’

Nederlands studeren is populair in Centraal- en Oost-Europa. Dat stond vorige week in een artikel in de Volkskrant. “In Polen, Hongarije en Roemenië melden zich soms zelfs te veel studenten aan”, zo schrijft Arnout le Clercq. Kom daar maar eens om in Nederland. Hier loopt het aantal studenten Nederlands juist alleen maar terug. In het Volkskrantartikel staan ook een paar foto’s van een lesruimte in Polen. Op een groot scherm is een oefening met tien zinnen geprojecteerd. Interessant materiaal voor deze eerste Taalpraatblog van het nieuwe seizoen.

Tien zinnen
Dit zijn de tien zinnen:

1. Zij dronken al het water op.
2. Zijn moeder belde hem op.
3. De vader kleedde zijn zoon aan.
4. De winkelier opende zijn winkel al om zes uur.
5. De loodgieter keek de kraan na.
6. De verpleegster gaf de injecties.
7. Iemand diende een klacht in.
8. Zij beantwoorde alle brieven. [!]
9. Niemand hielp onze buren.
10. Men voetbalde veel.

Het krantenartikel begint als volgt: “’De verpleegster gaf de injecties.’ Het is even stil. Een Poolse student antwoordt: ‘De injecties worden door de verpleegster gegeven.’ In een zaaltje van de universiteitsbibliotheek in Wroclaw spit een groep studenten gestaag door de voorbeeldzinnen van docent Anna Witczak. Vandaag staat de passieve vorm op het programma.” Dat laatste is waarschijnlijk meteen duidelijk. De kans is groot dat jij op de middelbare school ook van dit soort oefeningen hebt gehad. Maar wat vind je hiervan?

Natuurlijke taal
In mijn ogen zijn er twee problemen met dit soort oefeningen en zinnen. Ten eerste is het neptaal: verzonnen, contextloze en betekenisloze taal. Zo moet je wel heel inventief zijn om een context te bedenken waarin ‘Iemand diende een klacht in’ of ‘Men voetbalde veel’ past. Bovendien staan er veel ‘lege’ verwijzingen in: wie zijn ‘ze’ in zin 1, wie is ‘hem’ in zin 2 of wie is ‘de vader’ in zin 3? Dit heeft twee nadelige gevolgen: (a) leerders moeten extra moeite doen om de betekenis van de zinnen te doorgronden of zelf een context te verzinnen en (b) ze kunnen de indruk krijgen dat dergelijke zinnen normaal zijn in het dagelijks taalgebruik. Nou, dat zijn ze niet. ‘Men voetbalde veel’? Huh?

Omzetten?
Het andere probleem is dat (in dit specifieke geval) taalleerders denken dat je de lijdende vorm ‘maakt’ op basis van een zin in de bedrijvende vorm. De veronderstelde procedure lijkt te zijn: je neemt of bedenkt eerst een zin in de bedrijvende vorm, je zet een paar dingen om en – simsalabim – je hebt een zin in de lijdende vorm. Ik begrijp wel dat het nuttig is om bijvoorbeeld de werkwoordsvormen in lijdende zinnen te oefenen en ik weet ook dat dit een gebruikelijke oefenvorm is, maar hopelijk zie je ook dat dit fnuikend is voor het ontwikkelen van een gevoel voor natuurlijke taal.

Context
‘Kan het dan anders?’ Ik hoor het je denken. Mijn antwoord: ja, volgens mij wel. Je kunt voor het ontwikkelen van een goed gevoel van de lijdende vorm ook natuurlijke taal gebruiken. Geen verzonnen ‘omzetoefeningen’, maar bestaande. betekenisvolle contexten waarin zinnen in de lijdende vorm worden gebruikt [!] om een bepaald doel te bereiken, om uit te leggen waarom in bepaalde gevallen de lijdende vorm juist wel of niet nuttig, effectief of relevant is. Maar laten we in vredesnaam ophouden met neptaal in leermiddelen.

 

9 reacties op ‘Men voetbalde veel’

  1. Maarten Staffhorst zegt

    Dag Marcel,
    De 10 zinnen – die naar mijn opvatting de kwalificatie ‘neptaal’ niet verdienen – tonen aan dat door toepassing van de lijdende vorm een accent verschuiving in de betekenis van de zin optreedt. Met andere woorden: het al dan niet toepassen van de lijdende vorm doet er toe.

  2. Louis zegt

    Dit soort contextloze zinnen kunnen voor andere vertaalaspecten wel nog een zinnige functie hebben. Bijvoorbeeld vanwege andere: a)naamvalsvormen, b)woordvolgordes, of c)details zoals: wel of geen lidwoord/voornaamwoord, of een andere uitdrukkingsvorm voor ‘meervoud’ (door -s of ‘door een extra bij(voeglijk naam)woord zoals ‘verschillende’).
    P.S Ben geen Neerlandicus dus de gebezigde vaktermen kunnen onjuist of verouderd zijn.

  3. Marcel Lemmens zegt Berichtauteur

    Bedankt voor je reactie, Maarten. De lijdende vorm doet er zeker toe. Dat wil ik niet betwisten. Waar het mij om gaat is dat (a) de zinnen die de Poolse docente gebruikt, geen natuurlijke zinnen zijn en (b) dat het gebruik van de lijdende vorm niet op een soort wiskundige formule is gebaseerd.

  4. Lilian zegt

    Zoals ik lang geleden tijdens mijn docentenopleiding Engels leerde: “Context is key.” Mét context en dus in een groter verband kunnen cursisten taaltheorie veel makkelijker aan hun taalpraktijk koppelen en blijft de theorie beter ‘hangen’. Bij alle cursisten gebruik ik voorbeelden uit hun werk/studie. Als je tijdens opdrachten dan het kwartje bij hen ziet vallen weet je: “Hier doe ik het voor!”

  5. Marcel Lemmens zegt Berichtauteur

    Ook jij bedankt voor je reactie, Louis. Mijn stelling is dat je taal ook aan de hand van natuurlijke voorbeelden kunt leren. Sterker nog, dat is in mijn ogen effectiever, omdat het oefenmateriaal daarmee geloofwaardiger en motiverender is.

  6. Ronald zegt

    Het lijkt er erg op dat de meeste (alle?) van die voorbeeldzinnen zelf zijn geconstrueerd door uit te gaan van een passieve zin. En dan zijn ze ineens veel natuurlijker: er werd veel gevoetbald, de kraan is nagekeken, er is een klacht ingediend, alle brieven zijn beantwoord, etc.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *