Heb je de Franse film Revoir Paris gezien? Nog niet? Dan kan ik je die van harte aanbevelen. De film gaat over de nasleep van een van de terroristische aanslagen in Parijs in 2015. Het is een geweldige verbeelding van het trauma dat zo’n aanslag bij overlevenden en nabestaanden veroorzaakt. Het hoofdpersonage heet Mia en wordt gespeeld door Virginie Efira: “Actrice Virginie Efira speelt Mia en is supergeloofwaardig in haar rol”, schrijft Kathleen Warners in een recensie van de film. Supergeloofwaardig. Daar wil ik het even over hebben.
Super
Tegenwoordig zijn dingen niet meer interessant, leuk of spannend maar superinteressant, superleuk en superspannend. Alles lijkt overdreven. Het gebruik van super- is een vast onderdeel van onze taal geworden en is zo sterk toegenomen dat het Taalloket van het Genootschap Onze Taal er al een webpagina aan besteedt. De Dikke Van Dale heeft een apart lemma voor super als voorzetsel (‘over, boven, zeer’) en geeft een lange lijst voorbeelden waarin super- in aaneengeschreven samenstellingen wordt gebruikt. Het gebruik is blijkbaar helemaal ingeburgerd.
Geloofwaardig
Waarom doen wij taalgebruikers dit soort dingen? Waarom moeten we altijd overdrijven en elkaar en onszelf overtoepen? Waarom is een geloofwaardige rol niet meer voldoende en moeten we die supergeloofwaardig noemen? Nou, volgens mij zitten er twee kanten aan de zaak. Aan de ene kant kun je zeggen dat het taalarmoede is: alles super noemen, leidt tot taalinflatie en ogenschijnlijke verschraling van ons taalpalet. Als een rol geloofwaardig is, noem je die geloofwaardig en daarmee zeg je genoeg. Geloofwaardig is geloofwaardig. Een rol die maar een beetje geloofwaardig is, is niet meer geloofwaardig, als je begrijpt wat ik bedoel.
Betekenisversterker
Aan de andere kant is het mooi dat je met de toevoeging van super- meer doet dan alleen een betekenis weergeven: het voorvoegsel is een betekenisversterker en voegt emotie toe. Het is in die zin niet verwonderlijk dat je bij het uitspreken van woorden met super- de nadruk aan het begin legt. Je zegt: súpergeloofwaardig, met een extra lange [u]-klank. Met supergeloofwaardig druk je uit dat je zwaar onder de indruk bent. Misschien is het gebruik van super- soms overdreven, maar met supergeloofwaardig heeft Kathleen Warners in haar filmrecensie wel de spijker op de kop geslagen. Wat een film! Supergoed.
Mijn god, dat ‘gesuper’ was me jaren geleden al opgevallen! Hetzelfde met mega- als aaneengeschreven voorzetsel! Alles is zo ongeveer megagroot! Grootgroot dus!
‘Super’ past altijd, of nooit zo je wilt.
Ape(trots), kip(lekker), bere(gezellig), zijn daarentegen zeer specifiek.
Dat is waar, Frank. Mooie reactie.
‘Super’ mag dan altijd passen, het is wel akelige taalarmoe!
Nog even een andere ‘super’ waar ik aan moest denken:
“supercallifragilisticexpialidocious”
🙂