Waar zit jij op?

“Mijn ouders zitten niet superveel op hun telefoon, maar zeker ook niet weinig”, zegt de 15-jarige Bo van Emmerik in de Volkskrant van 14 januari. Het staat in een artikel met de kop: “Zitten ze weer op hun scherm… die ouders”. Moet jij niet glimlachen als je zoiets ziet? Ik wel.

Statisch zitten
Zitten op heeft allerlei toepassingen en betekenissen. Je kunt bijvoorbeeld op een stoel, een bank of een paard zitten. Dat is een letterlijke betekenis van zitten op: je rust met je achterwerk op iets anders waarbij je knieën (doorgaans) sterk of enigszins gebogen zijn. Je kunt je knieën ook buigen en op je hurken gaan zitten, wat weer iets totaal anders is dan wanneer je iemand op de hielen zit of wanneer je op hete kolen, op zwart zaad, op rozen of op water en brood zit. Een mogelijk antwoord op de vraag “Waar ben je?” is “Ik zit op kantoor”, en dat betekent niet per se dat je op dat moment daadwerkelijk zit, maar wel dat je op kantoor ‘bent’ en dat je daar geregeld aan een bureau of tafel zit. Aan en niet op.

Lerend zitten
Een ander veelvoorkomend gebruik van zitten op is in combinaties zoals “Ik zit op de Franse les”, “Ik zit op rijles”, “Ik zit op het mbo” en “Ik zit op een cursus waar je tasjes met hele kleine kraaltjes leert breien”. In dit soort zinnen betekent zitten op dat je een cursus of opleiding volgt, maar als je bijvoorbeeld “Ik zit op de Franse les” zegt, hoeft dat niet te betekenen dat je ook precies op dat moment aan een les of cursus deelneemt. Dit gebruik van zitten op betekent dat je bent ingeschreven voor een lessenreeks of cursus die je geregeld volgt. En bij sommige cursussen en opleidingen, zoals bij een bakkersopleiding, hoef je niet per se te zitten.

Modern zitten
Zitten heeft in de Dikke Van Dale maar liefst zestien betekenissen en binnen die betekenissen heb je ook nog heel veel speciale gevallen (‘uitdrukkingen’). Ik richt mij hier alleen op het gebruik van zitten in combinatie met op. De mooiste toepassing van zitten op voor mij is die in zinnen waarin wordt gezegd of geschreven dat iemand op zijn telefoon, op de computer, op internet of op TikTok zit. Dit is een redelijk modern gebruik van zitten op. Ik kan mij in ieder geval niet herinneren dat ik ooit iemand in het pre-digitale tijdperk heb horen zeggen dat hij of zij op zijn telefoon zat. Misschien is het omdat ik inmiddels de 60 ben gepasseerd, maar bij zinnen als “Mijn zoon zit al uren op zijn telefoon” moet ik steeds aan de letterlijke betekenis van zitten denken.

Dynamisch zitten
Dit moderne gebruik van zitten op laat zien hoe dynamisch taal is en hoe gemakkelijk taalgebruikers meebewegen met veranderingen in de samenleving. Voor elke nieuwe situatie vinden we nieuwe woorden of toepassingen van bestaande woorden. Bij zitten op in combinatie met bijvoorbeeld TikTok en Facebook zie ik een doorlopende lijn vanuit de betekenis in zinnen als “Ik zit op Franse les”, maar met “Ik zit graag op mijn telefoon” is door de komst van de smartphone en de computer toch echt een nieuwe betekenis aan zitten op toegevoegd.

 

 

3 reacties op Waar zit jij op?

  1. Aletta Stevens zegt

    Een heel leuk stuk, Marcel. Inderdaad zat niemand in het pre-digitale tijdperk op zijn telefoon, maar aan de telefoon. En dat was natuurlijk een heel ander soort telefoon. Naar mijn gevoel is dit nieuwe gebruik echter alweer het gevolg van de invloed van het Engels. Hier in Engeland is het heel gebruikelijk dat men zegt: ‘He’s always on his phone’. Uitdrukkingen die on-Nederlands klinken voor onze generatie zijn vaak letterlijk uit het Engels overgenomen en vooral voor de nieuwe generatie klinken ze dan juist trendy!

  2. Marcel Lemmens zegt Berichtauteur

    Je veronderstelling zou heel goed kunnen kloppen, Aletta. Toch blijft het dan verrassend dat in het Nederlands is gekozen voor een woordcombinatie met ‘zitten’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *