Valt je iets op aan de volgende twee zinnen: “Soms koop ik weleens iets als ik denk: meer mensen gaan dit leuk vinden” en “Omdat ik me toen realiseerde: ik wil meer weten over de dingen die ik zelf in de hand heb”? Ze komen uit de mond van twee jonge vrouwen die ik vorige week sprak. Zie jij wat ik zie?
Geen bijzinsvorm
Wat opvalt, is dit: de twee sprekers formuleerden met een dubbele punt. Na ik denk in de eerste zin en na realiseerde in de tweede zin komt een hoofdzin in plaats van een bijzin met dat:
- Soms koop ik weleens iets als ik denk dat meer mensen dit leuk gaan vinden.
- Omdat ik me toen realiseerde dat ik meer wil weten over dingen die ik zelf in de hand heb.
Je ziet het overal
En weet je wat er gebeurt als je zoiets eenmaal hebt gehoord of gezien? Dan wurmt het zich in je hoofd en zie je het plotseling overal en vermoed je een tendens. Dat gebeurde mij zaterdag toen ik in de Volkskrant een interview las met journalist Jonah Franke (31), schrijver van het boek Van Armoede. Een paar citaten uit dat interview:
- En dan denk ik: de mensen in deze flats redden het al twintig jaar niet, maar die zitten niet op Twitter.
- De Franse schrijver Édouard Louis zegt: de politiek gaat alleen maar over de onderkant.
- Wat ik wil zeggen: waar iets op het spel staat, daar gebeurt ten minste iets.
- Men dacht lang: dat is niet nodig.
- De neoliberale kijk erop is: we hebben goede regelingen. En het wrange is dat je inderdaad, als je die VVD-bril opzet kunt concluderen: hallo, we hebben toch daklozenopvang?
- Maar Schouten weet: dat zijn ingewikkelde processen.
Je ziet zeven keer een dubbele punt en de zinnen die na de dubbele punt staan, hebben allemaal de volgorde van een hoofdzin.
Wat is het effect?
De stukken zin na de dubbele punt lijken op een directe rede. Wat betekent dat? De verstopte dubbele punt in de twee gesproken voorbeelden in de inleiding van deze blog en de zeven dubbele punten in het interview met Jonah Franke zorgen ervoor dat wat ná de dubbele punt komt extra nadruk krijgt. Na de dubbele punt hoor je of lees je een korte pauze. Het is een aanloopje naar wat volgt, waardoor het vanzelf belangrijk wordt. De hoofdzinvorm geeft frisse energie. Misschien is dat de reden waarom we soms liever in hoofdzinnen dan in bijzinnen praten.
Dit gebeurt ook in het Duits, inclusief het Duits dat je op school leert.
(1) Ich weiß, sie ist zuhause.
(2) Ich weiß dass sie zuhause ist.
Maar dan dus met een komma gespeld.
Ik legde dit verschijnsel aan mijn man voor: ik vroeg hem of hem deze constructie ook op deze manier wel eens was opgevallen in de NRC.
“Nou, neuh, zei hij, “maar het wordt zo wat meer spreektaal”.
Daar zit iets in, vinden jullie ook niet?
Het feit dat ik mijn eerste zin in mijn reactie vergelijkbaar samenstel, wil niet zeggen dat ik er een liefhebber van ben. Frisse energie of niet;-)
Bedankt voor jullie reacties. Mooi om te zien dat in het Duits hetzelfde gebeurt. En inderdaad: het is vooral spreektaal. Wat opvalt in het artikel van de Volkskrant is dat het ook zo wordt opgeschreven. Waarschijnlijk om het gevoel van spreektaal vast te houden.
Wat mij betreft is dit niet meer dan een schrijftaalvariant op een al langer geleden ingezette trend: het ten alle koste vermijden van de indirecte rede. Meestal (in spreektaal, dan) met behulp van het woordje ‘van’. Ik denk dat over een paar jaar haast niemand de indirecte rede gebruikt…