Langlopend: hoe lang duurt dat?

Vorige week ging het over een opvallende overtreffende trap: onbekendst. Deze week wil ik het hebben over een opvallende vergrotende trap. In de Volkskrant van 17 februari las ik: “Heineken heeft last van de inflatie en maakt daardoor een biertje duurder. …Heineken had de gevolgen van gestegen grondstofprijzen tot nu toe afgedekt via langer lopende contracten.” Wat vind jij van langer lopende?

Wat is het probleem?
Langer lopend(e) oogt vreemd. Waarom? Allereerst omdat de spelling niet klopt. Volgens de officiële spelling is langlopend één woord dus je zou verwachten langerlopend. Maar zoek op internet maar eens op de combinatie “langer lopend” en dan zie je dat veel schrijvers en bronnen hiermee worstelen. Je vindt zowel langer lopend(e) als langerlopend(e), maar de eerste vorm komt vaker voor dan de tweede. Een paar voorbeelden van beide vormen:

  • ‘Schokkende aanrijding’ in Terborg is climax van langer lopend conflict tussen twee mannen. (De Gelderlander)
  • Kies je voor een langer lopend contract dan moet je daar expliciet voor tekenen. (AFM)
  • De huiszoeking houdt verband met langerlopend drugsonderzoek, laat de politie vandaag weten. (AD)
  • Het verhaal is onderdeel van een langerlopende serie. (De Correspondent)

Kan dat anders?
Natuurlijk kan het anders. Heel simpel zefls. Als je het met me eens bent dat zowel langer lopend(e) als langerlopend(e) er vreemd uitziet, dan kun je beter een ander woord gebruiken. In alle voorbeelden hierboven kun je langer lopend(e) en langerlopend(e) makkelijk vervangen door langlopend(e). Lang is lang genoeg. Waarom moet het (nog) langer? De vervoeging voegt niets aan de betekenis toe. In Het Groene Boekje en in de Dikke Van Dale is trouwens ook geen vervoeging van langlopend opgenomen.

Waarom oogt het gek?
Waarom vind je op internet vaker langer lopend(e) dan langerlopend(e)? Volgens mij omdat veel taalgebruikers, net als ik, het gek vinden om de vervoeging in het midden van een woord te hebben. Als je twee losse woorden schrijft, staat -er keurig aan het einde van lang, net als bij de overtreffende trap van andere bijvoeglijke naamwoorden. Om die reden zie je in een enkel geval langlopender, wat ook verklaarbaar is als je bedenkt dat de vergrotende trap van veelzeggend volgens Het Groene Boekje en de Dikke Van Dale veelzeggender is (en niet meerzeggend).

Wat betekent langlopend?
Maar er is nog iets anders. Met het voorbeeld van de AFM hierboven is namelijk iets bijzonders aan de hand. De zin staat in het volgende fragment:

“Bij schadeverzekeringen is een looptijd van één jaar het uitgangspunt. Dit is opgenomen in een gedragscode van het Verbond van Verzekeraars. Kies je voor een langer lopend contract dan moet je daar expliciet voor tekenen.”

Hier had niet langer lopend, maar langlopend moeten staan. Langlopend is namelijk een begrip met een specifieke betekenis. Bij verzekeringen betekent langlopend ‘langer dan één jaar’. Zo heb je in de financiële wereld bijvoorbeeld ook kortlopende schulden en middellange kredieten. Die hebben ook betrekking op een specifieke termijn. Korterlopende schulden? Bestaat niet.

En langstlopend dan?
Inderdaad: hoe zit het dan met langstlopend? Dat vind je ook niet in Het Groene Boekje of de Dikke Van Dale, maar het bestaat wel. Op internet vind je het ook in twee vormen: lost en vast, maar langstlopend komt wel het vaakst voor. Ik weet niet hoe jij het ziet, maar voor mij voelt langstlopend goed aan, bijvoorbeeld in het langstlopende tv-programma. Langstlopende heeft hier een duidelijk onderscheidende betekenis en daarom werkt het prima. Maar ja, hier ondergraaf ik mijn eigen theorie: -st staat hier ook lekker midden in het woord. Waarom klinkt langerlopend dan voor geen meter en langstlopend wel? Heeft dat misschien te maken het wat ik hierboven schrijf: dat langerlopend eigenlijk hetzelfde betekent als langlopend en dus overbodig is? Ik ben heel benieuwd hoe jij dit ziet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *