In 2015 schreef ik over opvallend gebruik van volle bak door name sporters en sportverslaggevers. Het ging om zinnetjes als “Het wordt voor mij een kwestie van volle bak naar boven rijden” (wielrenner Robert Gesink), “Het was volle bak wind tegen” (wielrenner Bauke Mollema) en “Een paar jaar geleden was het nog volle bak voorpaginanieuws” (verslaggever Maarten Ducrot). Dit gebruik van volle bak verbaast inmiddels helemaal niemand meer.
Volle bak
Sterker nog, volle bak zoals gebruikt in de zinnen hierboven heeft een eigen plaats gekregen in de Dikke Van Dale. Dit is wat er in het woordenboek staat: “zeer hard, tot het uiterste, voluit • volle bak aan het werken, sporten, solliciteren zijn”. Het gebruik van volle bak in het zinnetje van Robert Gesink was er al langer, maar Bauke Mollema en Maarten Ducrot gaan er nog creatiever mee om. Grammaticaal creatiever. En zoiets zie je ook bij een andere uitdrukking: zeker weten.
Geen greintje twijfel
In de media ging het afgelopen week over de mobiele telefoons, tablets en laptops van sporters die naar de Olympische Winterspelen gaan. De schaatsbond heeft ze aanbevolen die thuis te laten omdat hun privacy anders waarschijnlijk in gevaar komt: de Chinezen zouden weleens kunnen meekijken en meeluisteren. Oud-olympisch schaatskampioen Bob de Jong bevestigt dat. Hij werkte van 2018 tot 2020 in China. Volgens de Volkskrant heeft hij “geen greintje twijfel over de intenties van de Chinezen”. De Jong zegt: “Ze gaan zeker weten de boel bespieden.” Zeker weten. Interessant.
Van uitroep naar bijwoord
We pakken de Dikke Van Dale er maar weer eens bij. Als je zeker weten opzoekt, vind je dit:
- uitroep waardoor de waarheid van het tevoren gezegde wordt benadrukt • heeft hij dat gedaan? – zeker weten!
Inderdaad. Het is een uitroep. Een uitdrukking die op zichzelf staat. Iets wat je zegt in reactie op wat iemand anders zegt. Maar niet bij Bob de Jong. Bij hem kan zeker weten ook worden gebruikt als bijwoord, net als bijvoorbeeld natuurlijk, vanzelfsprekend en uiteraard.
Niet de enige
En weet je wat? Bob de Jong is niet de enige die zeker weten zo gebruikt. Op internet vind je heel veel voorbeelden. Een kleine greep:
- Maar we gaan zeker weten in hoger beroep.
- Uw medewerkers gaan zeker weten met een goed humeur aan het werk!
- We gaan zeker weten allemaal dood.
Als je deze zinnetjes bekijkt, zie je dat zeker weten in feite een plaatsvervanger van zeker is. Eén woord is blijkbaar niet meer genoeg. Met zeker weten geef je meer nadruk. Met zeker weten kun je lekker volle bak gaan.
Al tijden erger ik me aan die twee stupide uitdrukingen: “volle bak” en “zeker weten”! Ik hoorde “volle bak” vele jaren geleden uit de mond van schaatser Rintje Ritsma. Ik vermoed dat de uitdrukking afkomstig is van het honkbal. Als de werper gaat werpen met alle honken bezet dan heeft hij een “volle bak”. Ritsma zou, vermoed ik, bedoeld hebben: “vol gas”. En dat snapt een mens!
In feite kan je zeker weten “zeker” en “zeker weten” helemaal weglaten. Overbodig. Nog meer drukte op papier. Geen tijd voor overbodige bijzinnen.
Mooie uitsmijter!
Zou de uitdrukking van Mollema ergens nog een relatie hebben met: “vol met je bakkus in de wind”, naast het figuurlijke “volle bak” (=voluit) gaan?
In de 70-er jaren was er een spelletjesprogramma op de radio “raden maar” (in programma “van 12 tot 2”) waar Ted de Braak na een antwoord steevast vroeg: “zeker weten?” waarna de meesten ook met “zeker weten!” antwoordden. Ik ergerde me toen al aan dit stupide taalgebruik.