Wat-angst

In ons streven naar correcte taal slaan we weleens door. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van wat. Aan de ene kant gebruiken we wat geregeld waar dat beter op zijn plaats zou zijn (het kind wat, het huis wat). Aan de andere kant zijn we bang om wat te gebruiken waar het juist wel helemaal volgens de regels is.

Alles of niets
Een van de taalregels die ik ooit heb geleerd, is dat je na onbepaalde voornaamwoorden zoals alles, enige, niets en iets niet dat maar wat gebruikt:

  • Je krijgt alles wat je wil (titel van een liedje van Raymond Van Het Groenewoud)
  • Er is niets wat je tegenhoudt.
  • Als er iets is wat ik voor je kan doen, moet je het zeggen.

Interessant te zien is hoe tolerant we in het Nederlands met dit gebruik van wat en dat omgaan. Volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), de Taaladviesdienst van Onze Taal en de Taalunie is zowel wat als dat in deze zinnen mogelijk. Maar gevallen zoals hierboven “bestaat er een voorkeur voor het gebruik van wat in plaats van dat” (ANS, blz. 338). Volgens de ANS zijn een land wat en het eten wat trouwens ook niet echt fout. Dit is slechts “informeel” taalgebruik dat, volgens de ANS, in geschreven taal “bijna nooit” voorkomt. Als je op internet kijkt, zie je trouwens dat “bijna nooit” een tikkeltje overdreven is.

Ik vraag me af of wat in dit soort situaties niet dreigt te verdwijnen. Alles wat, niets wat, iets wat zijn prima combinaties die volgens de ANS de voorkeur hebben, maar doordat taalgebruikers ooit iets hebben geleerd over de verwarring tussen dat en wat zijn ze misschien onzeker geworden over het gebruik van wat. Daardoor vermijden ze wat en kiezen ze voor dat. En doordat zo veel mensen dat in plaats van wat gebruiken, is het simpelweg geen probleem meer. Dat of wat? Alles kan.

Datgene dat/wat
Iets soortgelijks zie je bij datgene dat. Maar dan in het kwadraat. Kijk eens naar dit voorbeeld uit de ANS (blz. 311):

  • Je moet durven uitkomen voor datgene wat je gelooft.

Wat mij betreft, is datgene hier volledig overbodig: Je moet durven uitkomen voor wat je gelooft. Maar er is meer aan de hand bij datgene. Je ziet namelijk niet alleen de gebruikelijke combinatie datgene wat, maar ook datgene dat. Enkele voorbeelden die ik via Google heb gevonden (en er zijn er echt véél meer):

  • Ik geniet van het opschrijven van datgene dat ik al zo lang in mijn hoofd heb.
  • Richt je op datgene dat je zo aantrekt in de functie en het bedrijf.
  • Ongeveer 80% van datgene dat we maken gaat naar het buitenland.

Allemaal voorbeelden van dubbele wat-angst: dat verdringt wat. En dat terwijl het hele stuk datgene dat zo makkelijk kan worden vervangen door wat. Lekker kort. Lekker simpel.

8 reacties op Wat-angst

  1. Jan Klerkx zegt

    Hier in Limburg hoor ik af en toe een wel zeer speciale variant: ‘Diegenige die wat dat gedaan heeft…’

  2. Tony Parr zegt

    Luister een keer naar weerman Gerrit Hiemstra. Die heeft nog nooit van het woord ‘dat’ gehoord. In iedere zin minstens één keer ‘wat’ in plaats van ‘dat’.

  3. Anna Wolters zegt

    Een andere speciale Limburgse variant zag ik onlangs in schrift op een tuinhekje. ‘Wat’ na meervoud:
    ‘Mensen wat hun hond hier hun behoefte
    Laten doen worden
    gefilmd’

  4. Pingback: Twee regels | Taalpraat

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *