Begrijpelijk of boeiend?

Zie je iets bijzonders aan dit fragment: “Wij nemen onze pet af en maken een diepe buiging voor jou en je collega’s die een ongekende actiebereidheid aan de dag hebben gelegd. Onder die druk is alles vloeibaar geworden”? Dit is de eerste alinea van een blog op de website van vakbond De Unie. En dit is de context: “In de avond en nacht van 2 op 3 juli 2020 heeft De Unie samen met de collega-vakbonden een deal gesloten met Tata Steel Nederland, waar ook Tata Steel Europe haar goedkeuring aan heeft gegeven.” We gaan het hebben over beeldspraak.

Beeldspraak
In het eerste stuk hierboven staan maar liefst vier voorbeelden van beeldspraak: “nemen onze pet af”, “maken een diepe buiging”, “aan de dag hebben gelegd” en “Onder die druk is alles vloeibaar geworden”. Beeldspraak is figuurlijke taal: je beschrijft iets niet letterlijk, maar maakt een vergelijking met iets anders. Zo had de schrijver tijdens het schrijven waarschijnlijk geen pet op en maakte zij of hij niet letterlijk een buiging. Met beeldspraak roep je in het hoofd van de lezer een beeld op om je boodschap duidelijk te maken. Beeldspraak is geen kwestie van moeten. Beeldspraak is een keuze van de schrijver.

Hoe ver kun je gaan?
Beeldspraak maakt tekst levendig en boeiend. In plaats van “we hebben veel respect voor jullie” kun je schrijven “we nemen onze pet af voor jullie” of “we maken een diepe buiging voor jullie”. Maar beeldspraak kan ook tegen je werken. Een lezer die niet begrijpt wat je bedoelt, kan afhaken. Begrijpen alle lezers van de tekst op de website van De Unie bijvoorbeeld wat bedoeld wordt met “Onder die druk is alles vloeibaar geworden”? Daar zit steeds een spanningsveld, om maar eens een uitdrukking te gebruiken.

Aan de dag gelegd
Een paar weken geleden had ik zelf met dat spanningsveld te maken. In een vertaling voor een internationale organisatie had ik “aan de dag gelegd” gebruikt. Op eenzelfde manier als in de zin hierboven. Het ging om een vertrouwelijke tekst, dus ik kan het voorbeeld hier niet volledig geven. De zin ging ongeveer als volgt: “Ik heb grote waardering voor de veerkracht die jullie aan de dag hebben gelegd.” Dat was mijn versie. In de definitieve versie van de tekst is “aan de dag hebben gelegd” veranderd in “hebben laten zien”.

Voors en tegens
Aan de ene kant begrijp ik de verandering. De Nederlandse tekst was bestemd voor alle Nederlandse medewerkers van de organisatie. In dat geval wil je zeker weten dat alle lezers in alle functies alles begrijpen. Idiomatisch taalgebruik vergt verbeeldingskracht en een goede beheersing van de taal. Dat kan tekstbegrip in de weg zitten. Daarom zie je in zogeheten B1-taal, dat wil zeggen taal die begrijpelijk is voor iedereen, heel weinig beeldspraak.

Aan de andere kant betreur ik de verandering. De combinatie “veerkracht laten zien” is flets. Met aan de dag leggen wilde ik meer kleur aan de zin geven. Daar komt bij dat met het gebruik van veerkracht (ook figuurlijke taal) de boodschap in feite al voldoende duidelijk is. Bovendien hadden lezers die de uitdrukking aan de dag leggen nog niet kenden, meteen een nieuwe uitdrukking kunnen leren. Lezen met een glimlach op het gezicht. Win-win, zou ik zeggen.

Het laatste woord
Ik vind het dus jammer dat de uitdrukking uit de vertaling is verdwenen. Maar goed, de klant heeft het laatste woord en heeft altijd gelijk. Ook als hij geen gelijk heeft.

PS
We gaan verhuizen en dat heeft alle aandacht nodig. Daarom de komende weken geen nieuwe Taalpraatblogs. Maandag 15 maart gaan we weer van start.

2 reacties op Begrijpelijk of boeiend?

  1. Carla Bakkum zegt

    Ik vind “aan de dag leggen” een vreemd soort beeldspraak. Ik begrijp het wel, maar ik zie geen beeld voor me. Als een uitdrukking geen beeldende kracht meer heeft, dan is die gedoemd uit de taal te verdwijnen, want dan is het een nutteloos tussenstation tussen tekst en begrip.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *