Op 14 oktober stond een bericht op nos.nl over een aanvaring tussen een sloep van de Katwijkse roeivereniging Ferox en een vrachtschip. “Alle zeven roeiers kwamen in het water terecht. Zes konden zelf op de kant komen, een van hen is door mensen langs de kant uit het water gehaald en gereanimeerd. ‘Diegene ligt nog in kritieke toestand in het ziekenhuis’, aldus Van Leeuwen.” Wat een geworstel is dat toch soms met diegene (of degene).
De regels
De regels voor het gebruik van diegene, degene en datgene zijn eigenlijk vrij eenvoudig. Ik geef de volledige uitleg zoals die in de Algemene Nederlandse Spraakkunst staat:
“De aanwijzende voornaamwoorden degene, diegene en datgene zijn altijd zelfstandig. Ze worden gevolgd door een beperkende betrekkelijke bijzin. Voorbeelden:
(1) Degene die dit voor het eerst gezien heeft, moet wel erg verbaasd geweest zijn.
(2) Je moet durven uitkomen voor datgene wat je gelooft.
Degene en diegene verwijzen naar personen, waarbij diegene nadrukkelijker is; datgene verwijst naar zaken. Als degene en diegene naar meer dan één persoon verwijzen krijgen ze in geschreven vorm een meervouds-n, bijv.:
(3) Degenen die willen, mogen wel meteen weggaan.
Deze aanwijzende voornaamwoorden worden vooral in geschreven taal gebruikt. In plaats van degene/diegene die komt ook wie en (hij) die voor; in plaats van datgene wat ook (dat) wat en hetgeen.”
Wat opvalt, is dat in het laatste stukje “(hij) die” als alternatief staat. Het hoeft natuurlijk niet altijd hij te zijn.
Wat gaat er mis (deel 1)?
Samengevat werkt het gebruik van diegene (en degene) als volgt:
– Diegene/degene verwijst naar een persoon (voor een verwijzing naar meer personen gebruik je diegenen of degenen).
– Na diegene/degene volgt die.
In de zin op nos.nl is diegene zonder die gebruikt. Dat ziet er heel vreemd uit en voelt raar aan. En het kan zo makkelijk anders: vervang diegene door die en het probleem is opgelost.
Wat gaat er mis (deel 2)?
Het gebruik van diegene of degene gaat ook op een andere manier weleens mis. Dan verwijst het woord niet naar een persoon, maar naar een ding:
* Is dat degene die je wilde kopen?
* De enige waardecreatie die telt, is diegene die je op je effectenrekening ziet staan.
* Het spijtige aan de overdaad aan herinneringen is dat diegene die je mooi vond, geleidelijk aan vervagen omdat er in je hersencomputertje geen plaats meer is.
Wat gaat er mis (deel 3)?
Tja, zegt u het maar. Het lijkt erop dat diegene en degene moeilijke woorden zijn. Moeilijk in het gebruik dan. Misschien komt het doordat ze niet heel veel voorkomen en de intuïties over het gebruik onvoldoende scherp zijn. Misschien doordat schrijvers denken dat ze dit soort woorden in geschreven teksten moeten gebruiken. Diegene klinkt natuurlijk wel lekker statig en formeel, maar de vraag is of je er indruk mee maakt als het gebruik niet klopt.
Wordt ‘diegene’ misschien vooral gebruikt als de spreker het geslacht/gender van het onderwerp niet kent of niet mag gebruiken? Dus in plaats van ‘hij of zij’.
Ook in het eerste bericht over de aanvaring wordt diegene trouwens verkeerd gebruikt: “Hoe het met diegene gaat, is niet bekend.” Misschien hebben we te maken met een redacteur met diegeneritis.
Goeie opmerking, Ronald. Dank je wel.