Hoe bouw je een zin op?

Een paar weken geleden kreeg ik het boek First You Write a Sentence cadeau. Het is geschreven door Joe Moran, hoogleraar aan een universiteit in Liverpool en columnist van onder andere de Britse krant The Guardian. Ik moest aan dit boek denken toen ik op 29 augustus een vreemde zin op de voorpagina van de Volkskrant las.

Leesbare zinnen
Het boek van Moran is een lofzang op de zin. Hij laat zien dat goed schrijven begint bij het formuleren van goed leesbare zinnen. Een van de tips die hij geeft, is de volgende: “If you swiftly deliver the main news of the sentence, the subject and verb, then the rest of the sentence can unfurl itself less hurriedly.” Dus: schrijf eerst waar de zin over gaat (het onderwerp) en geef het werkwoord dat erbij hoort. Daarna kun je in feite toevoegen wat je wilt. Met zo’n opbouw zorg je er namelijk voor dat de lezer de overige informatie in de zin makkelijk in een context kan plaatsen.

Foute verwijzing
Hieraan moest ik denken toen ik dit stukje op de voorpagina van de Volkskrant las: “Bij het verschijnen van haar nieuwe roman verplaatst Herman Koch zich in Elena Ferrante. ‘Een schrijver die onder zijn eigen naam publiceert, stelt zich aan vele gevaren bloot.’” Hetzelfde fragment stond herhaald in de boekenbijlage. Wat is er mis met de eerste zin? Er gaat iets verkeerd in het verband tussen het eerste deel van de zin (“Bij het verschijnen van haar nieuwe roman”) en het onderwerp (“Herman Koch”). De relatie tussen deze twee zinsdelen klopt niet: “haar nieuwe roman” hoort niet bij “Herman Koch” maar bij “Elena Ferrante”. De verwijzing wordt trouwens nog verwarrender door het gebruik van zijn in de tweede zin.

Beknopte bijzinnen
Dit soort problemen doet zich ook voor bij beknopte bijzinnen als: “Eenmaal opgeleverd kan de eerste groep cliënten verhuizen naar de nieuwe woningen.” Ik heb er eerder over geschreven. Het veronderstelde onderwerp van “Eenmaal opgeleverd” is “de nieuwe woningen”, maar zoals het hier staat, wordt “de eerste groep cliënten” opgeleverd. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Slordig?
Zijn de verkeerde verwijzingen in de twee zinnen hierboven nu slordigheden? Slordig zijn ze zeker. Maar misschien heeft het ook te maken met wat Moran schrijft over de opbouw van leesbare zinnen. De schrijvers van de twee zinnen zijn het overzicht over hun zin kwijtgeraakt. In hun hoofd zat de boodschap waarschijnlijk wel goed. Toch komt die verkeerd op het scherm of op papier. Daarom is het handig om de boodschap van Moran serieus te nemen: begin met het onderwerp en het werkwoord. Bijvoorbeeld:

– Onlangs verscheen de nieuwe roman van Elena Ferrante. Herman Koch verplaatste zich in haar.
– De eerste groep cliënten kan naar de nieuwe woningen verhuizen zodra die zijn opgeleverd.

Saai?
“Worden teksten niet saai als je altijd dezelfde volgorde gebruikt?” Ik hoor het u denken. Natuurlijk wordt het dan saai. Maar het is wel belangrijk om die onderwerp/werkwoord-volgorde altijd in je hoofd te houden als je begint te schrijven. Spelen met de woordvolgorde kan daarna altijd nog.

2 reacties op Hoe bouw je een zin op?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *