Hoeveelheid of aantal?

“Een nieuwe hoeveelheid coronagevallen”. Dat stond 13 juni in een liveblog van nos.nl. Ik vond het gebruik van hoeveelheid raar en sloeg het bericht op. Toen ik het een paar dagen later weer las, was hoeveelheid verdwenen en stond er aantal. Blijkbaar had de redactie zich bedacht, of was er commentaar van lezers gekomen. Terecht of niet terecht?

Telbaar of niet-telbaar
De verandering is terecht. Voor zogeheten telbare zelfstandig naamwoorden gebruik je aantal en voor niet-telbare hoeveelheid. Het is een onderwerp dat ik in de tijd dat ik voor de klas stond vaak moest uitleggen in verband met het gebruik van telbare en niet-telbare zelfstandig naamwoorden in het Engels. Leerlingen en studenten vonden het altijd moeilijk. “Ja, maar ‘melk’ kun je toch ook tellen? Je kunt toch zeggen ‘twee flessen melk’.” Zoiets zeiden ze dan. Maar zo werkt het niet.

Hoe zit het dan?
Dit is wat de Taalunie over het onderwerp schrijft:

“Een zelfstandig naamwoord is telbaar als het zowel een enkelvoudsvorm als een meervoudsvorm heeft en kan worden voorafgegaan door een hoofdtelwoord. Voorbeelden van telbare zelfstandige naamwoorden zijn bril (twee brillen), gebod (tien geboden), speler (elf spelers). Voorbeelden van niet-telbare zelfstandige naamwoorden zijn duisternis, gedoe, onzin, goud, melk, ijs.”

Aantal
In de herziene versie van de liveblog op nos.nl komt hoeveelheid nu dus helemaal niet meer voor. Alleen aantal: “het aantal coronapatiënten”, “het aantal besmettingen”, “een aantal EU-landen”, “het aantal opgenomen covid-19-patiënten”, “het aantal coronadoden” en “het aantal proefpersonen”. In geen van deze gevallen past hoeveelheid. Toch zie je geregeld dat taalgebruikers hoeveelheid gebruiken waar aantal beter op zijn plaats zou zijn. Een paar voorbeelden die ik onlangs tegenkwam of op internet heb gevonden:

  • de juiste hoeveelheid woorden
  • een enorme hoeveelheid aanvragen
  • een grote hoeveelheid postzegels

Wat is er aan de hand?
Waarom gebruiken mensen soms hoeveelheid tegen de regels in? Volgens mij is het een kwestie van regel versus gevoel en van grammatica versus betekenis. Moedertaalsprekers weten wel dat woorden, aanvragen en postzegels telbaar zijn. Maar als het om grote aantallen gaat, zijn het gevoelsmatig niet meer de afzonderlijke eenheden die tellen, maar het grotere geheel. Je ziet de woorden, aanvragen en postzegels niet meer elk apart, maar als ‘massa’. Misschien dat taalgebruikers daarom in sommige situaties geen probleem hebben met het gebruik van hoeveelheid.

Nummer 300
En als we het toch over aantallen hebben: dit is blogpost nummer 300. Daar willen we graag even bij stilstaan. Bovendien is gisteren de zomer begonnen. Een uitstekend moment voor Taalpraat om nog iets langer stil te staan en met zomerreces te gaan. Begin september gaan we weer van start. Bedankt voor jullie belangstelling en reacties het afgelopen Taalpraatjaar en geniet van de zomer.

7 reacties op Hoeveelheid of aantal?

  1. Jan Klerkx zegt

    Gefeliciteerd met de driehonderdste!
    Overigens doet het probleem met telbare en niet-telbare woorden zich ook in het Engels voor. Op de BBC hoor ik regelmatig dat mensen ‘amount’ gebruiken voor een telbaar zelfstandig naamwoord, in plaats van ‘number’. Waarschijnlijk met dezelfde oorzaak.

  2. Louis zegt

    Los van de taalkundig afgesproken regels: ‘aantallen’ moet je eendimensionaal langs een lijn kunnen verbeelden; een ‘hoeveelheid’ driedimensionaal als een massa of, iets directer, als een volume.

    Een pauze is je meer dan gegund, Marcel. Als je maar doorgaat!

  3. Hans van Leeuwen zegt

    Die leerlingen en studenten zeiden vermoedelijk ‘twee bier’ of ‘drie koffie’.

  4. Claire zegt

    Congratulations on number 300! I’ll miss your interesting and informative Monday emails. Have a great summer!

  5. Pingback: ommelhoward

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *