We zijn in oorlog en onze vijand is het coronavirus. En het is niet zo maar een vijand. We leveren een strijd tegen een “geniepige” (de Volkskrant) tegenstander “van wie we lang niet alle foefjes doorhebben” (De Limburger.).Een vijand “die ons besluipt” (De Limburger). We gebruiken niet alleen oorlogsmetaforen, maar dichten het virus ook menselijke eigenschappen toe.
Denken en willen
Een paar voorbeelden uit de media van wat het virus allemaal denkt, doet en wil:
* Nu het coronavirus zich wat minder heftig roert, gaat het meer over die ene vraag: en nu? En intussen maar hopen dat het coronavirus niet ineens wakker schrikt en ons opnieuw in alle hevigheid bespringt.
* Op dat moment wil zo’n virus maar één ding: zich vermenigvuldigen.
* Wat gebeurt er als het coronavirus toeslaat in landen die al in crisis zijn?
* Het coronavirus denkt ”Hey, nieuwe mensen, wat leuk! Daar ga ik ook even een kijkje nemen.”
* Het coronavirus probeert de hele wereld te veroveren.
We hebben dus te maken met een virus dat slaapt en wakker kan schrikken, dat ons kan bespringen, dat iets wil, dat toeslaat, dat denkt en dat de wereld probeert te overheersen. Toe maar.
Het virus wil niets
Blijkbaar willen wij mensen altijd strijden tegen een soort evenbeeld van onszelf. En niet tegen iets wat we eigenlijk niet begrijpen. Het is net als in sciencefictionfilms: aliens hebben vaak menselijke vormen en eigenschappen. Het is voor ons moeilijk te accepteren dat er gewoon andere dingen ‘zijn’. Een virus is er gewoon. Dat wil of denkt niets, maar gedraagt zich als een virus en niet als een mens. Op microniveau gebeuren er in het virus dingen die de gewone mens niet ziet of begrijpt en daarom proberen we er maar een verhaal van te maken. Maar zo werkt het natuurlijk niet. We zullen moeten accepteren dat wij niet de maat van alle dingen zijn.
Of ben ik dat met dit stukje nu juist weer niet aan het doen?
Zo is het precies, Marcel. [Er gebeuren] “dingen die de gewone mens niet ziet of begrijpt en daarom proberen we er maar een verhaal van te maken”. En daarom voert de mens vanouds allerlei verschijnselen op als handelende wezens met een eigen wil. Wat ook ons rijke erfgoed aan mythen, sagen en (natuur)religies verklaart.