Dalende rente, veranderende taal

Corejanne en ik naderen de leeftijd waarop de meeste mensen aan hun oude dag gaan denken (wij niet, hoor). In dat verband hadden we het onlangs over rentenieren. Over het woord dus. Het is een mooi woord, maar de letterlijke betekenis, als ik het zo mag noemen, klopt niet helemaal met de hedendaagse werkelijkheid. Hoe zit dat?

Rentenieren
Wat betekent rentenieren dan letterlijk? Volgens de Dikke Van Dale: “van zijn rente leven”. Interessant gebruik van zijn trouwens: waarom geen je? Het woordenboek geeft twee voorbeelden: van zijn spaargeld rentenieren en kunnen gaan rentenieren. Bij het tweede voorbeeld staat de volgende uitleg: “genoeg geld verdiend hebben om zonder nog te hoeven werken in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien”. Er is ook een figuurlijke betekenis: “niets te doen hebben”.

Verloren
Allereerst de vraag aan u: kent u het woord rentenieren en gebruikt u het ook (nog) in bovenstaande letterlijke betekenis? Leven van de rente van je vermogen leek voor kapitaalkrachtigen ooit een mooi perspectief voor de oude dag. Maar dat kan natuurlijk helemaal niet meer nu de rente op spaarrekeningen nagenoeg op nul staat. Sterker nog, per saldo heb je boven een bepaald spaarbedrag zelfs negatief rendement, omdat de Belastingdienst een hoger bedrag van je int dan dat je werkelijk van de bank ontvangt.

Of toch niet?
Als je de uitleg van het tweede voorbeeld in Van Dale bekijkt, zou je kunnen concluderen dat rentenieren niet echt letterlijk “van je rente leven” betekent. Daar lijkt het eerder te gaan over de betekenis: “genoeg vermogen hebben opgebouwd om van te kunnen leven”. Dus wat hebben we hier eigenlijk? Klopt de eerste definitie van Van Dale niet? Of klopt de uitleg bij het tweede voorbeeld niet?

Hoe dan ook
Rentenieren is een goed voorbeeld van hoe een letterlijke betekenis van een woord in de loop der tijd kan veranderen. Dat zie je in feite al in het lemma voor rentenieren in Van Dale. En dat is niets bijzonders. Heel veel woorden veranderen van betekenis. Denk aan de betekenisinflatie van woorden als optimaal, uniek en fataal. Die hebben al lang geen absolute betekenis meer. Net als absoluut trouwens. Taal verandert. Rentenieren is een voorbeeld van een betekenisverschuiving onder druk van de economische situatie. Wat mij betreft geen enkel probleem, ook al zou ik wel liever hebben dat de rente wat zou stijgen.

3 reacties op Dalende rente, veranderende taal

  1. Hans van Leeuwen zegt

    Het gaat bij rentenieren toch niet alleen om rente op kapitaal maar bijvoorbeeld ook om verhuuropbrengsten?

  2. Jan de Vries zegt

    Hoi Marcel! Je vraagt je af welke van de twee verklaringen van Van Dale nu eigenlijk klopt. Ik denk beide! Volgens diezelfde Van Dale is rente namelijk meer dan een vergoeding op spaargeld. Een rente is bijvoorbeeld een periodieke uitkering, zoals een lijf- of ouderdomsrente. Ook van zo’n rente kun je leven! Een groot deel van de rijkdom die in de Gouden Eeuw is vergaard, is zelfs gebaseerd op renten: periodieke uitkeringen die uit fondsen werden uitgekeerd, of door persoonlijke begunstigers als stadhouders. 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *