Aanzetten, inzetten, opzetten, aanbellen, inbellen en opbellen. Het zijn voorbeelden van scheidbare werkwoorden. Het Nederlands kent heel veel van dit soort woorden. Wat mij bij de revisie van mijn eigen vertaalwerk opvalt, is dat ik ze in eerste instantie vaak splits en bij de revisie juist weer samenvoeg. Bijvoorbeeld in heb gezet wordt heb ingezet en aan heb gebeld wordt heb aangebeld. Hoe komt dat? Is de ene vorm dan fout en de andere niet?
Een voorbeeld
Eerst nog maar eens een volledig voorbeeld van wat ik bedoel:
* Daarom moeten we een manier vinden om Europese middelen ook op lokaal niveau in te kunnen zetten.
* Daarom moeten we een manier vinden om Europese middelen ook op lokaal niveau te kunnen inzetten.
Je kunt dit soort werkwoorden niet in alle zinsconstructies splitsen. Maar als dat wel kan, kies ik als ik met de ruwe versie van mijn vertaling bezig ben vaak de eerste variant. Als ik er dan later over nadenk, verander ik die meestal in de tweede .
ANS
De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) zegt onder ander het volgende over de twee varianten:
“Geen van beide varianten is beter dan de andere, maar er zijn wel verschillen in het gebruik. In het algemeen wordt vaker niet-splitsing dan splitsing gebruikt. Splitsing komt meer voor in gesproken dan in geschreven taal. Verder tekent er zich geografisch een bepaald verschil af: in Nederland wordt eerder splitsing gebruikt dan in België. … Een infinitief wordt in het algemeen gemakkelijker gesplitst dan een deelwoord.”
Beide vormen zijn dus mogelijk. Je zou kunnen zeggen dat ik een halve Belg ben, omdat ik de voorkeur geef aan de ongesplitste vorm. Nou, dat klopt dan ook. Zelf ben ik weliswaar in Nederland geboren en getogen, maar mijn opa was een Belg. Maar dat terzijde.
Krachtig
Er is nog een andere reden waarom ik graag voor de ongesplitste variant kies: die is voor mijn gevoel krachtiger en betekenisvoller. Door de twee onderdelen van het werkwoord achter aan de zin te zetten en bij elkaar te houden, houd je automatisch ook de twee betekenisonderdelen bij elkaar. Dat is fijner voor de lezer omdat die geen beroep hoeft te doen op het kortetermijngeheugen: “Was het nou aan-, in- of opzetten?” En voor de lezer doe ik natuurlijk alles.
Hoe gaat u met scheidbare werkwoorden om? Bent u een splitser of niet?
Ik doe het precies als jij. Eerst schrijf ik ze gesplitst en als ik dan mijn eigen tekst nalees zet ik ze bij elkaar. Om ook precies dezelfde reden. Maar of het echt waar is, dat het gemakkelijker is? Dat vraag ik me af …