Een van de dingen die mij het meest intrigeren en bezighouden bij mijn vertaal- en schrijfwerkzaamheden is woordvolgorde. Dus waar zet je welke woorden en welke informatie neer in de zin. Er zijn heel veel verschillende aspecten van woordvolgorde die mij boeien, maar ik beperk me hier tot twee zinnen en één onderwerp. Misschien een beetje technisch, maar hopelijk interessant genoeg om het vol te houden tot het einde.
De eerste zin
Het onderwerp waarover ik het wil hebben, vind je meteen al in de eerste zin van dit stukje. Het gaat om de plaats van intrigeren en bezighouden. Ik heb deze persoonsvorm vrij voor aan in de bijzin gezet, maar die had ook naar achteren verplaatst kunnen worden: “Een van de dingen die mij bij mijn vertaal- en schrijfwerkzaamheden het meest intrigeren en bezighouden, is woordvolgorde.” Beide volgordes zijn mogelijk.
De tweede zin
De tweede zin die ik wil bespreken, komt uit een zakelijke tekst die ik onlangs heb vertaald. Dit zijn de twee varianten van de zin:
* In zo’n omgeving is het een uitdaging om een goed evenwicht tussen risico en rendement te vinden.
* In zo’n omgeving is het een uitdaging om een goed evenwicht te vinden tussen risico en rendement.
Ik vraag me altijd af welke volgorde het beste effect sorteert. Voor mijn gevoel is dat in dit geval de tweede, maar er zijn ook overwegingen om de eerste de voorkeur te geven.
Variant 1
Het voordeel van de eerste volgorde is dat je twee dingen die bij elkaar horen, ook bij elkaar zet: een goed evenwicht en tussen risico en rendement. Die vormen samen een zinsdeel. In de tweede zin zijn deze twee onderdelen opgesplitst door te vinden. Het theoretische nadeel van de tweede volgorde is dat het een zogeheten tangconstructie is: “Onder een tangconstructie wordt een constructie verstaan waarbij er een (grote) afstand bestaat tussen delen die bij elkaar horen…” (Taalunieversum.org). Tangconstructies worden vaak als fout betiteld. Zo hebt u dat misschien op school ook geleerd. Maar er zijn kleine tangen en grote tangen en niet elke tang is fout.
Variant 2
Ik heb uiteindelijk om twee redenen voor de tweede optie gekozen. De eerste overweging is dat de ene tang de andere compenseert. Wat bedoel ik daarmee? De combinatie een goed evenwicht vinden is heel betekenisvol. Door deze onderdelen bij elkaar te houden, houd je je de lezer niet in spanning over de boodschap van de zin. De tweede overweging is dat ik tussen risico en rendement aan het einde van de zin kan zetten. Deze woorden horen tot de kern van de zin en door ze aan het einde te plaatsen, krijgen ze meer nadruk. Lees de zin maar eens hardop: je houdt bijna vanzelf een korte pauze na vinden, waardoor het laatste stukje nog meer nadruk krijgt. Dit sluit perfect aan bij het zogeheten linksrechtsprincipe, een belangrijk volgordeprincipe.
Voor mij is het teksteffect eigenlijk altijd belangrijker dan ‘correcte’ grammatica. Taal laat zich niet zo makkelijk in hokjes duwen.
Interessant en vaak onderbelicht onderwerp, terwijl het effect van een simpele verplaatsing van woorden bij de lezer groot is.
Tangen zijn juist onmisbaar in elke gereedschapskist. Of: Tangen zijn juist in elke gereedschapskist onmisbaar. 🙂
Je verhaal is me duidelijk, Marcel. Het valt me ondertussen op dat bv. nieuwslezers en presentatoren (V/M) regelmatig nogal “slordig” omgaan met deze tangen, m.a.w. ze zetten (= spreken) wat eigenlijk bij elkaar hoort nogal ver van elkaar af. Of ze dat zelf in de gaten hebben???
En tot slot: Of: Juist in elke gereedschapskist zijn tangen onmisbaar.
Goed stuk, en woordvolgorde is inderdaad essentieel!
En:
In elke gereedschapskist zijn het juist de tangen die onmisbaar zijn.
Of:
Wat juist in elke gereedschapskist onmisbaar is, zijn de tangen
Uit De Limburger van gisteren dit onderschrift bij een foto:
“Koning Willem-Alexander leest, met aan zijn zijde koningin Maxima, de troonrede voor op Prinsjesdag aan de leden van de Eerste en Tweede kamer in de Ridderzaal.”
Leuke woordvolgorde toch?!