Taalkundige Peter Burger schreef meer dan twintig jaar geleden een reeks artikelen voor het maandblad Onze Taal over ‘gaten in de taal’. Het ging vooral om woorden in andere talen waarvoor het Nederlands geen goed equivalent heeft. Ik noemde toen het witte spul aan de binnenkant van de schil van citrusvruchten. Kent u dat woord? Maar er zijn ook Nederlandse woorden waarvoor in het Engels geen een-op-eenvertaling is.
Unieke Engelse woorden
Dat in het Nederlands onbenoembare witte spul aan de binnenkant van de schil van citrusvruchten heeft dus in het Engels wel een naam: pith. Gek eigenlijk dat wij daar geen woord voor hebben, maar blijkbaar zien sprekers van het Nederlands er de noodzaak niet van in om er een woord voor te gebruiken. Hetzelfde geldt voor wolf-whistle: ‘de fluittonen waarmee mannen hun waardering laten blijken voor passerende vrouwen’.
Unieke Nederlandse woorden
Enkele onvertaalbare Nederlandse woorden die Peter Burger noemde, zijn etmaal, meevallen en tegenvallen. En vorige week ontdekte ik dat er nog zo’n woord is. Ik was in Liverpool, waar ik deelnam aan een groot onderwijscongres. Daar sprak ik met een goede Engelse vriendin en tijdens een van onze gesprekken ging het onder andere over het Europese immigratievraagstuk. Dingen als emigreren, immigreren en remigreren kwamen ter sprake. En wat bleek? Voor remigreren heeft het Engels geen een-op-eenvertaling. Verrassend.
Jongste kind
Even later ging ons gesprek over haar en mijn broers. En ook toen bleek dat we in het Nederlands een woord hebben dat het Engels ontbeert. Ik vertelde haar dat ik de jongste van drie jongens ben en dat er tussen mij en mijn broers een leeftijdsverschil van zes en zeven jaar is. Zij heeft ook een broer die een stuk jonger is dan zij en haar oudste broer. Haar jongste broer en ik zijn dus, en dat wilde ik zeggen, nakomers. Maar ja, dat woord kennen ze in het Engels dus ook niet. Ik legde de betekenis uit en mijn vriendin moest lachen. Ze had er toch wel een Engels woord voor, zei ze: “a mistake”.
Omgekeerd hebben wij weer geen woord voor siblings (broers en zussen). En het Engels heeft geen woord voor geuzennaam (al kennen het verschijnsel wel als je het uitlegt).
Geweldig woord, wolf-whistle. Kende ‘t niet.
Meevallen en tegenvallen komen uit de zeilscheepvaart. Als de zeilen goed vol vallen met wind en ze het schip in de goede richting stuwen, resp. als de wind van de ‘verkeerde’ kant in de zeilen valt en het zeilschip in zijn vaart wordt belemmerd. Voor die situaties zijn wel Engelse vertalingen, maar die zijn daar geen algemeen begrip geworden zoals dat in het Nederlands wel is gebeurd. Net zoals zovele uitdrukkingen in de Nederlandse taal die uit de zeemanstaal zijn overgenomen. In de categorie Gastcolumns heb ik op 19 januari 2015 daar een voorbeeld van gegeven. (‘Zeemanstaal’ spreken we allemaal)
Waarom zou er geen Nederlands woord voor wolf-whistle zijn? Hopelijk omdat onze mannen er niet zo trots op zijn dat ze dat doen/deden…?