(Pot)verdriedubbeld

Twee zinnen uit de Volkskrant van vorige week woensdag (14 februari): “ABN Amro had het aantal medewerkers dat hierop toeziet na 2013 al verdriedubbeld, tot zo’n duizend voltijdbanen.” en “In twee jaar tijd was het aantal compliancebanen in Londen 65 procent gestegen, in Frankfurt vervijfvoudigd en in Luxemburg verzesvoudigd.” Het gaat om verdriedubbeld, vervijfvoudigd en verzesvoudigd. Of eigenlijk om het gebruik van alle combinaties met –dubbeld en -voudigd: beide zijn mogelijk, maar er is nog iets anders aan de hand.

Driemaal of drievoudig?
De Taaladviesdienst van het Genootschap Onze Taal schrijft het volgende over driedubbel en verdriedubbeld:

“Nieuw is het niet dat driedubbel ‘driemaal’ of ‘drievoudig’ betekent. Al in de eerste editie van Van Dale, uit 1864, staat driedubbel omschreven als “drievoudig”, en bijvoorbeeld tiendubbel als “tien maal zoo veel”. Ook het werkwoord verdriedubbelen komt al meer dan 150 jaar in de woordenboeken voor (Van Dale uit 1864: “(ik verdriedubbelde, heb verdriedubbeld), driedubbel nemen”). Het is een synoniem van verdrievoudigen.”

En inderdaad in Van Dale staan zowel verdrievoudigen en verviervoudigen als verdriedubbelen en vervierdubbelen. Sterker nog, vervijfvoudigen, verzesvoudigen, verzevenvoudigen, verachtvoudigen en vertienvoudigen staat er ook in (vernegenvoudigen vreemd genoeg niet), maar daar houdt het ook op. Vergelijkbare vormen met -dubbelen zijn niet in het woordenboek opgenomen.

Tellen met Google
Maar dat zegt uiteraard niet alles. Niet alle woorden staan in Van Dale. Het ontbreken van vernegenvoudigen is daarvan al het simpele bewijs. En als we het toch over bewijzen hebben. Ik heb eens gekeken hoe vaak de vormen met -voudigd en -dubbeld op internet voorkomen. Ik heb alleen naar deze woorden gezocht en gekeken hoeveel vindplaatsen Google ervoor geeft (zoekdatum 17 februari):

* verdrievoudigd 159.000 – verdriedubbeld 71.200
* verviervoudigd 67.700 – vervierdubbeld 1.900
* vervijfvoudigd 38.600 – vervijfdubbeld 0
* verzesvoudigd 21.600 – verzesdubbeld 121
* verzevenvoudigd 7.380 – verzevendubbeld 23
* verachtvoudigd 7.440 – verachtdubbeld 8
* vernegenvoudigd 1.410 – vernegendubbeld 3
* vertienvoudigd 44.100 – vertiendubbeld 2.520

-voudigd of -dubbeld
Enkele conclusies. Ten eerste valt op dat de vorm met -voudigd in alle gevallen vaker voorkomt dan het alternatief met -dubbeld. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om absolute aantallen. Google is in die zin ondoorgrondelijk. Ten tweede valt op dat hoe ‘hoger’ je komt, hoe lager het gebruik van zowel -voudigd als -dubbeld. Het meest populair zijn verdrievoudigd en verdriedubbeld. Beide woorden komen veel vaker voor dan alle andere woorden op -voudigd als -dubbeld. Ten derde: verdriedubbeld is de populairste van alle vormen met -dubbeld, maar van de overige komen vertiendubbeld vaker voor dan alle andere. Sterker nog, de frequentie van vervijfdubbeld, verzesdubbeld, verzevendubbeld, verachtdubbeld en vernegendubbeld duidt erop dat die woorden door weinigen worden gebruikt en wellicht ook als onacceptabel worden gezien.

Logisch
Verdriedubbeld zoals gebruikt in de Volkskrant is voor weinigen een probleem, maar de gemiddelde taalgebruiker ziet “verXvoudigd” toch als norm. Misschien omdat het ook logisch lijkt. Dat is ook wat de Taaladviesdienst van Onze Taal schrijft: “Veel mensen vinden het niet logisch dat driedubbel ‘driemaal’ betekent. Dubbel is immers hetzelfde als tweemaal: dan zou driedubbel 3 × 2 = 6-maal zijn. Maar taal is geen wiskunde. En ook geen logica.” Inderdaad. Toch zijn taalgebruikers wel gevoelig voor wat gebruikelijk is. Als veel mensen vinden dat een bepaald woord vreemd klinkt of de voorkeur heeft, gaan anderen dat op een gegeven moment ook vinden. Verdriedubbeld houdt het in die zin heel lang vol.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *