Nog meer efficiënte taal

Vorige week schreef ik over het gemak waarmee je in het Nederlands nieuwe samenstellingen kunt maken. Daar kan ik meteen een vervolg aan geven. Afgelopen donderdag stond op nos.nl een artikel dat begon met de volgende zin: “Op 7 februari gaan Nederlandse scholieren spijbelen zodat ze naar een klimaatmars in Den Haag kunnen.” De kop: “Klimaatspijbelen mag bij veel scholen, maar wel onder voorwaarden”.

Klimaatspijbelen
Het lijkt te zijn begonnen met klimaatspijbelaars en binnen de kortste keren is van het zelfstandig naamwoord een werkwoord gemaakt. Klimaatspijbelen dus. En net als bij klimaatspijbelaars is het een logische keuze die is ingegeven door efficiëntie. Met één woord zeg je wat je anders met meer woorden moet uitleggen. Een omschrijving als “spijbelen zodat je naar een klimaatmars kunt” is veel omslachtiger dan klimaatspijbelen.

Geaccepteerd
Dat het ook een helder woord is, blijkt wel uit het gebruik ervan. Als ik klimaatspijbelen als zoekwoord in Google invoer, zie ik dat Belgische en Nederlandse media er dol op zijn en krijg ik maar liefst “402.000 resultaten”. En dat voor een nieuw begrip. Wauw. Leve de taalefficiëntie.

Oproep
Hebt u misschien nog meer recente voorbeelden van nieuwe, efficiënte werkwoorden die zijn afgeleid van zelfstandig naamwoorden? Noteer ze dan hieronder en deel ze met de lezers van Taalpraat. Alvast bedankt.

2 reacties op Nog meer efficiënte taal

  1. Astrid den Besten zegt

    Niet helemaal wat je vraagt, Marcel, maar ik kan me niet beheersen: ik lees regelmatig dat mensen geen burnout hebben, maar dat ze burnout zijn: ‘Heel Nederland is burnout.’ Ik moet er nog een beetje aan wennen …

  2. Jan Klerkx zegt

    Een voor de hand liggend, maar ook wel merkwaardig voorbeeld van een werkwoord afgeleid van een zelfstandig naamwoord is ‘appen’. Het merkwaardige is dat ‘app’ oorspronkelijk een hele brede betekenis heeft: ieder ‘programmaatje’ voor de smartphone (verkorte vorm van application). Maar met name in de verkleinvorm ‘appje’ is de betekenis vernauwd tot ‘boodschap verstuurd met de app Whatsapp’, en vervolgens is daaruit het werkwoord ‘appen’ ontstaan. Efficiënt is het in elk geval wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *