“De komende dagen krijgen we met zeer zacht winterweer te maken. … Woensdag kan het op een aantal plaatsen zelfs recordwarm worden!” Dat stond zondag 21 januari op de website van Weerplaza en werd overgenomen op nos.nl. Fijn dat de kou even uit de lucht is, maar nog mooier is het woord dat daarvoor gebruikt wordt: recordwarm.
Record
Je kunt record aan allerlei andere woorden koppelen om nieuwe samenstellingen te vormen, zoals recordaantal, recordjaar en recordomzet. Bij recordwarm hebben we de bijzondere situatie dat een zelfstandig naamwoord (record) aan een bijvoeglijk naamwoord (warm) wordt gekoppeld. Dat voelt op een of andere manier vreemd.
Bijwoord
Het bijzondere aan recordwarm is dat record in deze samenstelling de rol van bijwoord lijkt te hebben, zoals heel of extreem in heel warm en extreem warm. Ook zomers warm of tropisch warm klinken prima en met recordhoogte en recordwarmte (combinatie van twee zelfstandige naamwoorden) is ook niets mis, maar recordwarm is toch wel speciaal.
Nieuw?
Is het een nieuw woord? Nou, niet helemaal. Als je het op Google intikt en je zoekt alleen in Nederlandse websites, dan krijg je een paar honderd vindplaatsen, de meeste overigens maar een paar jaar oud. De oudste twee die ik heb gevonden, stammen uit 2007 en staan in een document van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en een stuk van het KNMI. Het RIVM schrijft: “Zo was de julimaand van 2006 recordwarm met twee hittegolven.” Boven het stuk van het KNMI staat “Jaar 2006: record warm, zeer zonnig en vrijwel de normale hoeveelheid neerslag” en verder op in de tekst: “Juli en september waren record warm”. Opvallend is dat het KNMI er nog twee losse woorden van maakt; het RIVM heeft de spelling aangepast.
Toekomst
Recordwarm staat nog niet in de woordenboeken, maar dat is waarschijnlijk gewoon een kwestie van tijd. En als recordwarm kan, kan er nog veel meer. Zo klinkt een woord als recordsnel nu misschien nog vreemd in de oren, maar voor je het weet, is ook dat heel normaal.
Dit lezenswaardige stukje nodigt mij als medisch terminoloog uit na te gaan hoeveel vergelijkbaar gevormde samengestelde adjectieven met ‘ziek’ de Dikke Van Dale toont. Welnu, ettelijke trefwoorden, zoals ‘kotsziek’, zijn voorzien van een zelfstandig naamwoord als versterkend eerste lid. Ik krijg ze hier niet netjes opgesomd en toon ze daarom op https://twitter.com/dokterstaal
Bedankt voor deze prachtige aanvulling, Arnoud!