Koekjes, cookies en biscuits

Ergert u zich aan of verbaast u zich over het toenemende aantal Engelse woorden en uitdrukkingen in het Nederlands? Nou, dan zal ik u nog eens wat vertellen: ook Britten zien hun taal veranderen door invloeden van buitenaf. De Britse journalist Matthew Engel schreef er een lekker leesbaar, informatief, onderhoudend en goedgedocumenteerd boek over: That’s the way it crumbles.

Koekjes
Ziet u de uitdrukking achter de titel van het boek? De schrijver speelt met That’s the way the cookie crumbles (‘Zo gaat het nu eenmaal’). Cookie verraadt de Amerikaanse afkomst. Vroeger, ooit, in een niet al te grijs verleden kende Groot-Brittannië helemaal geen cookies. Britten hadden het over biscuits. Maar cookie heeft zich inmiddels heel stevig in het Brits-Engels genesteld en lijkt biscuit langzaam te verdringen.

Anglicismen
Wat mij bij het lezen van het boek opviel, was dat Matthew Engel soms over dezelfde instroom aan woorden schrijft als veel Nederlanders die zich druk maken over anglicismen. Daar wil ik graag een aantal voorbeelden van geven, met name woorden en uitdrukkingen die ook in het Nederlands zijn overgenomen. Engel noemt ook heel veel andere Amerikaanse woorden die tegenwoordig heel normaal zijn in het Brits-Engels, maar die zijn voor ons nu even minder interessant. Een voorbeeld hiervan is reliable (‘betrouwbaar’), dat volledig in het Brits-Engels is ingeburgerd, maar dat oorspronkelijk van Amerikaanse makelij is.

Voorbeelden
Enkele voorbeelden van Amerikaanse woorden en uitdrukkingen die inmiddels heel normaal zijn in het Brits-Engels (in chronologische volgorde): immigrant, cowboy, presidential, electrocute, Indian summer, keep a stiff upper lip, interview, self-made (man), telegram, fifty-fifty, say it with flowers, cafeteria, gentleman’s agreement, No kidding!, anyway, comeback, joy-ride, checkup, baby-sitter, teenager, chief executive, blue collar, whistleblower, ID, veteran, awesome, baggage, glass ceiling en chill. Allemaal uit het Amerikaans. Woorden als immigrant, cowboy en het bij jongeren populaire chill zijn rechtstreeks in het Nederlands overgenomen, van andere hebben wij leenvertalingen gemaakt, zoals presidentieel, elektrocuteren, zeg het met bloemen, veteraan en glazen plafond. Ook Hi en Hello zijn amerikanismen. Als het aan de Britse uitvinder Graham Bell had gelegen, hadden de Britten (en wij) nu Ahoy gezegd en geschreven!

Amerikanismen
In het Nederlands gebruiken we veel Engelse woorden en uitdrukkingen. Die noemen we gewoonlijk ‘anglicismen’. Als je het boek van Matthew Engel leest, wordt duidelijk dat wij iets preciezer zouden moeten zijn. Veel van het Engels dat wij overnemen, komt uit de VS en zou we ‘amerikanismen’ moeten noemen. En zelfs dat is niet altijd helemaal zuiver. Veel woorden komen namelijk via een omweg in een andere taal terecht. Cookie is bijvoorbeeld via het Nederlands in het Amerikaans terechtgekomen. En biscuit via het Frans in het Brits-Engels. Dus cookie is oorspronkelijk een neerlandisme in het Amerikaans-Engels en biscuit een gallicisme in het Brits-Engels. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

3 reacties op Koekjes, cookies en biscuits

  1. Jan Klerkx zegt

    Interessant dat een woord als immigrant ook van Amerikaanse herkomst is. Hoewel er in Groot-Brittannië ook altijd immigranten zijn geweest (denk aan componisten). gebeurde dat kennelijk niet op zo grote schaal dat er een speciaal woord voor werd bedacht, en in de VS natuurlijk wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *