> ‘Iets lekkers voor bij de koffie straks?’
< ‘Zullen we dit eens proberen? Pastel de Nata. Een Portugese lekkernij. Past goed bij de voetbalwedstrijd vanavond. En de gebakjes zijn ovenvers.’
Gebakken lucht
Nou, ze waren lekker, die Pastel de Nata’s. Dat wel. Maar wat betekent ovenvers hier eigenlijk? Wat heb je als consument aan zo’n aanduiding? Natuurlijk komen die gebakjes vers uit de oven. Hoe kun je ze anders uit de oven halen? Gebakken lucht, zou ik zeggen.
Nieuwe samenstellingen
Taalkundigen Joop en Kees van der Horst schrijven in Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw (1999) dat ‘het Nederlands bedolven wordt onder een lawine van zulke samenstellingen’ (blz. 339). Het gaat hierbij om nieuwe bijvoeglijke naamwoorden die worden gevormd door de combinatie van een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord. Enkele voorbeelden: beursgenoteerd, inkomensafhankelijk, kinderveilig en trendgevoelig. U kunt er zelf waarschijnlijk ook nog wel een paar bij bedenken. Het procédé blijkt al eeuwen oud te zijn, maar de laatste jaren is er een ‘enorme toevloed aan zulke samenstellingen’.
Trendvolgend
Ovenvers past dus helemaal in de trend. Het is overigens geen nieuw woord. Het staat namelijk ook al in de laatste en voorlaatste editie van de Dikke Van Dale: ‘zo uit de oven’. De vraag is alleen of de Portugese Pastel de Nata’s die wij zaterdag kochten, ook echt net uit de oven kwamen. Ik betwijfel het.
Verse chips
We hebben trouwens zaterdag ook nog een zak chips gekocht. Van het merk Boerderij. ‘Chips vers gebakken en zo van ‘t land’, staat er op de verpakking. Blijkbaar worden chips tegenwoordig rechtstreeks van het land gehaald!
“Bloemenhoning”, dat vind ik ook zo’n mooie! Bestaat er ergens ter wereld dan ook een honing die niet via bloemen is “geproduceeerd”?
Ovenvers is dus voor praktisch alle supermarktproducten een misleidende aanduiding. Kwalijk.