Het is Koningsdag. Je gaat op bezoek bij vrienden in een andere stad. Je neemt de auto, want het is rustig op de weg en er is voldoende parkeerruimte waar je vrienden wonen. En je hoeft geen parkeerkosten te betalen. Ten minste, dat vertelden je vrienden. Het is immers een nationale feestdag. Maar dan kom je aan het einde van de middag bij je auto en wat zie je? Een bon achter de ruitenwisser. Een bekeuring. Dat kan toch niet.
Gratis of niet?
Toch wel. Het overkwam onze vrienden. Maar het klopte niet. Voordat ze op bezoek kwamen, had ik op de parkeerautomaat bij ons in de straat gekeken of het wel of niet betaald parkeren was op Koningsdag. Dit is wat ik las:
Voor mij betekende ‘uitzondering’ een uitzondering op de regel die erboven staat: ‘Op niet hierboven genoemde feestdagen betaalt u het normale parkeertarief zoals aangegeven op de parkeerautomaat’.
Weg of elders
Dat er een bekeuring achter de ruitenwissers zat, maakte duidelijk dat Stadstoezicht en de parkeerwachters een andere interpretatie van de tekst op het schermpje van de parkeerautomaat hadden dan ik. Maar het is vreemd. Om een aantal redenen is het een verwarrende tekst:
1) De kop: waarom heet het ‘Betaald parkeren op feestdagen’? Op de eerste zeven feestdagen die genoemd worden, is het juist gratis parkeren. Niet betaald dus.
2) Dan volgt een zin waarin duidelijk gemaakt wordt dat op alle andere feestdagen wél betaald moet worden.
3) Vervolgens komen er twee uitzonderingen. Maar waar zijn dat uitzonderingen op? Voor deze lezer – en voor verschillende andere lezers die ik de tekst heb voorgelegd – verwijst ‘uitzondering’ naar de zin die erboven staat en niet naar het lijstje erboven, ook al moet ik toegeven dat er bij ‘Hemelvaartsdag’ en ‘Koningsdag’ tijden vermeld staan en er niet ‘gratis’ staat.
Van verbazing naar coulance
Ik was verbaasd en verontwaardigd. Voor ons is het een kleine moeite om een parkeerkaartje te kopen, omdat we een speciaal parkeerpasje hebben waarmee we een beperkt aantal goedkope parkeerkaartjes voor gasten kunnen kopen. Ik had dat bewust niet gedaan, omdat het niet nodig was. Dacht ik. De bon vertelde een ander verhaal. Ik voelde een bezwaarschrift aankomen, maar dat bleek niet nodig.
Nadat we de parkeerbon hadden gezien, maakten we samen met onze vrienden een wandeling door het centrum van ’s-Hertogenbosch. En wie komen we tegen? Twee parkeerwachten. Ik vertelde een van hen wat er was gebeurd en toonde haar een foto van de bon. Ja, ze kende de situatie. Sterker nog, zij was degene die de bon had uitgeschreven. En er was al meer protest geweest. De tekst was dubbelzinnig, gaf ze toe, en ze had begrip voor mijn verontwaardiging. Uit coulance zou ze de bekeuring direct uit het systeem halen. Gelukkig. Scheelt toch weer ruim 60 euro.
Minder is meer
De stadswacht vroeg me wel of ik het probleem alsnog bij Stadstoezicht wilde aankaarten. Dat ga ik zeker doen. Om te melden dat de tekst wel wat helderder mag. En dat kan heel simpel: haal het laatste stukje met ‘uitzondering’ gewoon weg. Hemelvaartsdag en Koningsdag vallen dan gewoon onder de regel die erboven staat. Soms ben je met minder woorden duidelijker dan met meer.
Niet te geloven, maar waar!
En inderdaad ben je niet eens alleen maar soms, maar zelfs vaak duidelijker met minder woorden dan met meer.
Bij mij roepen deze verhaaltjes op P-meters vaak onzekerheid en twijfel op. Je wil niet overtollig betalen en ook geen bon.
Kennelijk is het voor velen lastig om op weinig vierkante centimeters een compacte en eenduidige tekst te vermelden.