Carnaval verbroedert

CarnavalMaar niet echt. Je zult maar Antilliaan zijn en in Nederland wonen. Als je afgelopen dinsdag naar socioloog en carnavalsdeskundige Theo Fransen hebt geluisterd, zul je je een hoedje zijn geschrokken.

Populair
Fransen was dinsdag 10 februari een van de gasten in Radio Een Vandaag. Hij sprak vol enthousiasme over de populariteit van carnaval. Niet alleen in zijn eigen Limburg maar ook ‘boven de rivieren’, om maar eens een bekende zuidelijke uitdrukking te gebruiken. Hij vertelde dat er buiten Limburg en Brabant maar liefst 200 carnavalsoptochten zijn: ‘Geweldige optochten in Sneek, in Oldenzaal, in Emmer-Compascuum, voor wie goed is in aardrijkskunde.’

Zomercarnaval
‘Maar van het zomercarnaval moet u weer niks hebben’, zei presentator Jan Mom. Nee, daar moet hij niks van hebben. Dit is wat hij letterlijk zei: ‘Kijk, ik heb er begrip voor dat de Antillianen die in dit land verzeild zijn geraakt, en dat zijn er nogal wat, in Roermond … eh … in Rotterdam een zomercarnaval organiseren – dat vind ik geweldig, past ook bij hun aard en het tijdstip waarop zij dat feest in hun eigen land vierden stond de zon hoog aan den [!] hemel. Dat is daar trouwens het godganse jaar het geval. Maar goed, dat snap ik. Dat past bij hun cultuur. En wij als Nederlanders moeten vooral ook gaan kijken, want het is de moeite waard om te zien. En als het aan mij ligt, zouden we ons tot kijken moeten beperken. Wij moeten ons feestje vieren aan de vooravond van de vasten, ook al weten we nauwelijks nog wat dat woord betekent.’

Antillianen
Je zult maar Antilliaans bloed hebben en je ‘ganse’ leven in Nederland hebben gewoond. Volgens socioloog Fransen bent u hier – met velen – ook maar verzeild geraakt en kunt u maar beter uw eigen feestjes vieren. Het is allemaal leuk en exotisch wat jullie doen, maar echt Nederlands is het natuurlijk niet. Ieder zijn eigen feestje dus. Of zou hij het zo niet bedoeld hebben?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *