Vele jaren geleden vertelde de directeur van de hogeschool waar ik lesgaf, dat hij een nieuwe campagne wilde starten om meer studenten uit Duitsland en België te werven. Geen vreemde gedachte als je bedenkt dat de hogeschool zich in Maastricht bevindt. De directeur zei dat hij iets wilde doen met grenzeloos en grenzenloos. Leuk idee, maar helaas werd het direct de grond in geboord door een van mijn collega’s Nederlands. Volgens het Groene Boekje is alleen grenzeloos mogelijk, zei hij. Einde discussie. Einde idee.
Als je het Groene Boekje erbij pakt, zie je inderdaad dat alleen grenzeloos mogelijk is. Zonder tussen-n dus. Dit is in overstemming met uitzonderingsregel 8.F: ‘Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we -e.´ Voorbeelden: apetrots, beregoed, reuzeklein.
In de Volkskrant stond een paar weken geleden de volgende kop: ‘Grenzenloos bellen’. Ik moest glimlachen, omdat ik aan de situatie op de hogeschool moest denken. Ik dacht ook dat het feitelijk een logische keuze van de krant was. Het ging in dit geval namelijk om de letterlijke betekenis van ‘grenzen’: het stukje ging over een voorstel van een commissie van het Europees Parlement om de zogeheten ‘roamingkosten’ in Europa af te schaffen.
Wat blijkt nu? Het Witte Boekje – de alternatieve spelling – heeft andere regels. Volgens die spellinggids is zowel grenzeloos als grenzenloos goed, waarbij dan wel sprake is van een betekenisonderscheid. Hoera! Een spellinggids die recht doet aan de intuïties van moedertaalsprekers: ‘Bij het achtervoegsel -loos is enige variatie mogelijk. In sommige gevallen kan een tussen-n voor -loos het woord namelijk letterlijker maken: schuldeloos (onschuldig), schuldenloos (zonder schulden), grenzeloos (onbeperkt: ‘een grenzeloos vertrouwen’), grenzenloos (zonder landsgrenzen: ‘een grenzenloos Europa’).’
Hetzelfde geldt voor de tussen-n in samenstellingen: ‘De tussen -e(n) is een vrije kwestie. De tussen -e(n) kan voorkomen in samenstellingen waarvan het eerste deel een zelfstandig naamwoord is. In de witte spelling is het wel of niet schrijven van de n in zo’n samenstelling vrij gelaten. Taalgebruikers kunnen zelf bepalen of ze in samenstellingen als panne(n)koek en seconde(n)lang wel of geen tussen-n schrijven.’
Hulde aan de samenstellers van het Witte Boekje. Fijn dat logische keuzes niet worden afgekeurd. Allemaal overstappen op de witte spelling, zou ik zeggen.
Helemaal mee eens, helaas loopt het nog niet storm!
Het witte boekje vind ik grenzeloos beter dan alle andere kleuren boekjes.
Ik word knetter van al die tussen n ik weet niet eens meer wanneer ik een n moet gebruiken. Wat te denken van pannenkoek. Geef mij maar die ouderwetse spelling.