Creatief vloeken

Norbert CorverNorbert Corver is taalwetenschapper en werkzaam bij de opleiding Nederlands en het Utrecht Institute of Linguistics (UiL-OTS) van de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek richt zich met name op de syntaxis (zinsbouw) van het Nederlands (inclusief Nederlandse dialecten), maar hij doet ook onderzoek naar de structuur van andere talen. Speciaal voor Taalpraat schrijf hij een stuk over een van zijn onderzoeksonderwerpen: vloeken. Hebt u problemen met vloeken? Lees dan niet verder.

Vloeken kunnen we allemaal en vloeken doen we allemaal. Dat laatste zal niet iedereen onmiddellijk willen toegeven. Maar sla maar eens met een hamer op je duim, zie op het perron de trein maar eens voor je neus wegrijden of word als fietser maar eens van je sokken gereden door een plotseling afslaande auto, en je merkt hoe vanzelfsprekend vloeken is. En laten we wel wezen, zelfs als je je vloek niet “naar buiten gooit” (een hoorbare uiting), dan ben je vaak toch innerlijk (inner speech) aan het vloeken. Stil vloeken is dus ook vloeken, net zo goed als in jezelf praten ook een vorm van taalgebruik is.

Vloeken is natuurlijk voer voor psychologen. De Amerikaanse psycholoog en vloekprofessor Timothy Jay heeft er het nodige onderzoek naar gedaan. Ja, mannen vloeken meer dan vrouwen. Ja, vloeken komt voor in alle lagen van de bevolking. Ja, vloeken verhoogt je pijngrens (je kunt beter vloeken dan zwijgen als je je hand tien seconden lang in een bak te heet water moet stoppen). En ja, vloeken doen we dagelijks. Volgens Jay bestaat 0.5 procent van onze dagelijks geuite woordenschat uit vloeken. Niet veel misschien, maar toch. En let wel, het percentage dagelijks gebezigde vloeken ligt natuurlijk hoger als we de stille, binnensmondse vloeken meetellen.

Vloeken is natuurlijk niet alleen voer voor psychologen maar ook voer voor taalkundigen. Taalbeschouwelijk zijn ze zeker interessant te noemen. Je kunt ze zelfs ontleden in stukjes. Neem nou godverdomme, een vloek die historisch gezien terug lijkt te gaan op de zelfverwensing ‘God, verdoem me!’, ofschoon er ook taalkundigen zijn die beweren dat hij teruggaat op ‘God verdoeme (het)!’ (vergelijk het Engelse ‘Goddammit!’ (God damn it)). Godverdomme kun je in allerlei stukjes of combinaties van stukjes “uiteen” laten vallen: god! godver! verdomme!, goddomme!, domme! Je kunt zo’n vloekdeel (naar analogie van zinsdeel) door een ander vloekdeeltje vervangen. Naast godverdomme kun je, zeker als je een beetje creatieve vloeker bent, vloeken hebben als: godverju, godversakker, godverkut, godverkloten. Vloeken kunnen voorts groter gemaakt worden door onderdelen te herhalen (godver godver godver ju) of door verschillende vloekdeeltjes met elkaar te combineren (godver sakker non de ju). Zulke stapelvormen verhogen de intensiteit van de vloek. Tenslotte kun je de vloek nog groter en ritmischer maken door tussen elk vloekdeeltje een verbindend element de te zetten: godver de sakker de non de ju.

Kortom, vloeken is een creatieve vorm van taalgebruik. En daarin verschilt het niet van andere vormen van taalgebruik. En dat creatieve taalgebruik is precies wat ons onderscheidt van andere primaten. Ooit een gorilla of chimpansee horen vloeken?

6 reacties op Creatief vloeken

  1. Sophocles Tryfonides zegt

    Vloeken is niet een zonde, maar een reactie die ook onder de taalwetten valt.

  2. Aletta Stevens zegt

    De gvd vloek is meestal de enige Nederlandse vloek die Engelstaligen kennen, of zelfs het enige woord dat ze kennen, zoals jaren geleden toen een jongeman hier in Engeland indruk op mij wilde maken en mij daarmee begroette, trots dat hij wat Nederlands kende. Ik kon wel door de grond zakken van gêne. Zelf vind ik het nog krachtiger om een Nederlandse met een Engelse vloek te combineren in een soort ‘hybrid’. Uiteraard biedt dit verschillende mogelijkheden, maar die laat ik aan jullie verbeeldingskracht over!

  3. Louis zegt

    Bij interesse in het snijvlak van de onderwerpen “taal” en “vloeken” is het interessant en nuttig kennis te nemen van de TV serie: Steven Fry’s Planet Word.
    Deze serie (6 uitzendingen meen ik) heeft als onderwerp: Taal. De specifieke uitzending over “de noodzaak van vloeken” vond ik boeiend.

  4. Pingback: De zachte g | Taalpraat

  5. a.m.kleine zegt

    Ik spreek niet de taal van een Gorilla of chimpansee.
    Dus kan ik hun vloek niet herkennen.
    Ze zijn ook geregeld boos of gekwetst en uiten dit ook. Dus waarom zou er niet creatief gevloekt worden in gorilla-taal. De veronderstelling dat het niet zo zou kunnen , is narrow minded
    thinking.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *