50% is of zijn?

ProcentEen van de vele vragen in de handige rubriek Taaladviezen op de website van het Genootschap Onze Taal is de volgende: “Wat is juist: ‘50% van de aannemers betaalt/betalen zijn/hun werknemers zwart uit’?” Het antwoord luidt: ” ‘50% van de aannemers betaalt zijn werknemers zwart uit’ is juist.”

Uitleg Onze Taal
De uitleg die erbij gegeven wordt, is als volgt: “De kern van de woordgroep 50% van de aannemers is 50%. Van de aannemers is daar een bepaling bij. De persoonsvorm richt zich naar de kern van het onderwerp. Omdat 50% (of: ‘de helft’) een enkelvoudig begrip is, is 50% van de aannemers betaalt zwart uit juist. Ook het verwijswoord moet zich aanpassen aan de kern, dus aan 50%; het past zich niet aan aannemers aan. Procent is een onzijdig woord (het heeft het lidwoord het bij zich). Daarnaar wordt verwezen met zijn. Juist is dus: ‘50% van de aannemers betaalt zijn werknemers zwart uit.'”

Vertalen
De kwestie enkelvoud of meervoud na procent is interessant bij vertalingen uit het Engels. In het Engels staan de persoonsvorm en overige verwijzingen na percentages hoger dan één altijd in het meervoud en een ‘vertaalfout’ ligt dan al snel op de loer. Volgens de regels vertaal je bijvoorbeeld “68% of adults are overweight” met “68% van de volwassenen heeft overgewicht” (en dus niet met hebben). Het is een vertaalvalkuil waar mijn collega Tony Parr en ik tijdens onze nascholingscursussen voor vertalers geregeld op wijzen.

De praktijk
Opvallend is dat in niet-vertaald Nederlands toch heel vaak meervoud wordt gebruikt na procent. Een paar voorbeelden:

  • Waar die overige 60% vandaan komen … (Maarten van Rossem in De Slimste Mens, 17 december)
  • Tien procent van de boeken worden legaal gedownload (NOS Journaal, 4 februari)
  • Zestig procent van de inwoners [van de Krim] zijn etnische Russen (NOS Journaal, 27 februari)

Deze vorm komt veel voor in gesproken taal, ook al zijn de zinnen uit het NOS Journaal in feite voorgelezen. Het lijkt erop dat wanneer het om meer dan één procent gaat, taalgebruikers ook in het meervoud denken. Het gaat daarbij niet om de ‘vorm’ van procent, maar de ‘inhoud’ van de achterliggende gedachte: in het tweede voorbeeld gaat het om boeken en in het derde om inwoners. Logisch dus dat de persoonsvorm in het meervoud wordt gezet.

Regels zijn regels
In geschreven taal zijn we voorzichtiger en proberen we toch zo veel mogelijk volgens de regels te werken. Een goed voorbeeld hiervan stond in de Volkskrant van 4 februari: “90 procent van de meisjes die uit een gesloten inrichting komen, functioneert later slecht.” Komen hoort bij meisjes en functioneert hoort bij procent. Alles precies volgens het boekje.

Regels zijn afspraken
Het allermooiste van de voorbeelden hierboven – en dus ook van de vraag aan het begin van dit stukje die blijkbaar ooit aan Onze Taal is voorgelegd – is dat veel mensen de regel wel kennen (ik neem aan dat bijvoorbeeld Maarten van Rossem de schoolboekregel wel kent), maar dat de praktijk weerbarstiger is. Het feit dat de regel in het Engels anders is dan in het Nederlands toont al aan dat het geen natuurwet is. Het is gewoon een afspraak. Meer niet.

reactie op 50% is of zijn?

  1. Jan Klerkx zegt

    Ik ben het helemaal met jullie eens dat het gewoon een afspraak is, en ik heb ook geen enkele behoefte er iets aan te veranderen. Wel denk ik dat de Engelse regel in dit geval logischer is dan de Nederlandse. Percent betekent ‘van de 100’ en als we dat zouden gebruiken, zouden we zeker zeggen ‘Vijftig van de honderd aannemers betalen hun werknemers’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *