Duurzaam vlees (Zembla, 9 januari) en duurzaam afvallen (de Volkskrant, 10 januari). Wat voor associaties roepen de woordcombinaties bij u op? Wat betekent duurzaam in deze gevallen?
Duurzaam volgens Van Dale
Duurzaam is een interessant woord. In mijn digitale Dikke Van Dale vind ik de volgende betekenissen: (1) geschikt, bestemd om te duren, weinig vergankelijk (bijvoorbeeld deze stof is zeer duurzaam, een duurzame vrede), (1a) zo min mogelijk grondstoffen verbruikend; gebruikmakend van herwinbare bronnen (bijvoorbeeld duurzame energie, duurzame goederen); (2) lang aanhoudend, voor lange tijd (bijvoorbeeld de vijand duurzaam het hoofd bieden, een duurzaam gebruik).
1976
Mijn allereerste papieren – iets dunnere – Dikke Van Dale van 1976 (tiende druk) geeft in het lemma duurzaam voor (1) en (2) dezelfde definities en nagenoeg dezelfde voorbeelden, maar betekenis en voorbeelden van (1a) werden nog niet vermeld. Bovendien heeft die bijna 40 jaar oude Van Dale een derde betekenis: (3) bw., voor lange duur; op den duur. In de nieuwste Van Dale wordt alleen gerept over bijvoeglijk gebruik en niet over bijwoordelijk.
Positief
Het bijzondere aan de betekenissen van duurzaam is dat het positieve associaties oproept: duurzaam is goed. Daar is met de betekenis zoals omschreven in (1a) in de huidige Dikke Van Dale keurig op ingespeeld en vervolgens werkt diezelfde betekenis voor mijn gevoel weer als een boemerang op betekenis (1) en (2). Hiermee bedoel ik: alles is tegenwoordig duurzaam, juist omdat het zo lekker bekt en zo positief klinkt. Duurzaam is het nieuwe biologisch of milieuvriendelijk, zal ik maar zeggen. Ondernemingen en overheden afficheren zich bijvoorbeeld graag als duurzaam. Je komt dingen tegen als:
- Wat is een duurzame bedrijfsvoering? Alles wat uw bedrijf doet, creëert waarde voor people, planet en profit. Samen met uw medewerkers vindt u daarin steeds een zorgvuldige balans.
- Het kabinet werkt aan een duurzame en vernieuwende economie door te investeren in onderwijs en innovatie, ruimte te creëren voor bedrijven en te werken aan goede infrastructuur.
- Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begint een offensief om duurzame inzetbaarheid van werkenden en werkzoekenden te vergroten.
Soms is het niet duidelijk of het alleen om betekenis (1), (1a) of (2) gaat. Duurzaam heeft het karakter van een modewoord gekregen, een marketingwoord.
Hol
Een mooi voorbeeld bij het nagenoeg holle gebruik van duurzaam stond 14 januari op de achterpagina van de Volkskrant. Het was een citaat van oud-voetballer Andy van der Meijde op vakwebsite Misset Horeca:
- Het wordt tijd dat ik serieus aan mijn cv ga bouwen en me van een andere, meer duurzame kant laat zien.
De toelichting: ‘Het ex-enfant terrible van de voetbalwereld timmert vanaf deze week aan de weg als professioneel koffiezetter bij een duurzaam merk. “Ik schonk al elke dag koffie in de kapsalon van mijn vrouw. Nu ga ik dat ook doen bij de mensen die de biologische koffiebonen kopen.”‘
Bijwoord
Het is voor mij overigens een raadsel waarom duurzaam niet langer meer als bijwoord in Van Dale staat. In duurzaam afvallen is duurzaam toch echt een bijwoord. En op internet zijn heel veel andere voorbeelden te vinden:
- In deze workshop krijg je handvatten aangereikt om met leerlingen, docenten, OOP, de directie én je omgeving duurzaam aan de slag te gaan.
- De stichting stelt aanvullende eisen aan het duurzaam herstellen van caravans, vertelt bestuursvoorzitter Harry Filon.
Maar goed. Blijkbaar gaat het niet langer om het proces, maar om het resultaat. Pure marketing.
Ik ben het ermee eens dat duurzaam een modewoord is geworden met vage betekenis, maar toen het woord in betekenis 1a in het Nederlands werd ingevoerd, had het wel degelijk die specifieke betekenis die Van Dale noemt. Het werd ingevoerd als vertaling van het Engelse sustainable, en dat woord kreeg deze betekenis naar aanleiding van het rapport ‘Our Common Future’ van de commissie Brundtland uit 1987, waarin werd gesteld dat onze huidige manier van omgaan met grondstoffen en het milieu op den duur niet vol te houden waren.
Je zult maar in de stad wonen die op de duurzaamheidsranglijst van Nederlandse gemeenten de laatste plaats inneemt. Dat is wat mij nu overkomt. Maar wat dat dan niet allemaal betekent??
Geen zorgen, Ton. In jouw stad gaan ze nu ‘duurzaam’ slopen.
Wat hiervan te denken: De hbo studie Groene bedrijfskunde is duurzame bedrijfskunde. Economische prestaties zijn belangrijk (profit), maar een duurzaam bedrijf heeft ook een positieve bijdrage aan de maatschappij, vandaar prosperity (welvaart). Het is dus logisch dat binnen deze studie duurzaamheid geen vak is, maar door de hele opleiding is verweven. Sterker nog als het op duurzaamheid aankomt, bent jij het zelf die het verschil maakt. Daarom staat jouw ontwikkeling centraal in deze studie!
Helder toch!!??