Het was een paar weken geleden het nieuws van de dag. Nou ja, van een paar dagen dan. Michael Boogerd biechtte zijn dopinggebruik eindelijk op. Hij had er moeite mee. Of, zoals hij het zelf zei: ‘Ik vind het heel oncomfortabel om daar nu zo over te praten.’
Vindt u het gebruik van ‘oncomfortabel’ hier ook verrassend? In de digitale Van Dale staan de volgende definities voor comfortabel: ‘1. comfort biedend, gemakkelijk ingericht, synoniem: gerieflijk: een comfortabel huis, 2. ruimschoots voldoende: een comfortabele meerderheid, voorsprong’. Bij oncomfortabel staat: ‘niet comfortabel, synoniem: ongemakkelijk, hinderlijk’. Boogerd voelde zich ook ‘ongemakkelijk’, maar is dat hetzelfde soort ‘ongemakkelijk’ als in Van Dale? Ik waag dat te betwijfelen. De betekenis lijkt dichter bij het Engelse uncomfortable te liggen: ‘feeling or causing discomfort of unease; disquieting’ (Collins English Dictionary). Kijk, dat is precies wat Boogerd bedoelde.
Het bijzondere is trouwens dat comfortabel in de twee betekenissen die Van Dale geeft, sowieso uit het Engels afkomstig is: ‘(1847) ontleend aan Engels comfortable, ontleend aan Oudfrans confortable’. Uncomfortable betekent dus hetzelfde als inconvenient, dat u misschien kent van de titel van de film An inconvenient truth van Al Gore. Nu wil het toeval dat Wouter Bos, de oud-voorman van de PvdA, daar in zijn column in de Volkskrant van 4 april op zinspeelde. De titel van zijn stuk was: ‘Een oncomfortabele waarheid’. De laatste alinea ging als volgt: ‘Ooit was ik het bij De Wereld Draait Door zat om op de vraag wie de crisis veroorzaakt heeft, weer te antwoorden met ‘de bankiers’. In plaats daarvan zei ik ‘wij zelf’. Ik heb in mijn politieke carrière weinig uitspraken gedaan die meer negatieve reacties uitlokten dan deze. De waarheid is ook oncomfortabel. Want die financiële markten, dat zijn we zelf.’
Michael Boogerd die een bepaald gevoel oncomfortabel vindt. Een oncomfortabele waarheid. Je zou er bijna zelf een oncomfortabel gevoel bij krijgen.